Gepubliceerd op maandag 28 augustus 2023
IEF 21634
Rechtbank Den Haag ||
19 jul 2023
Rechtbank Den Haag 19 jul 2023, IEF 21634; ECLI:NL:RBDHA:2023:10423 (Stichting de Thuiskopie/Gedaagde), https://delex.nl/artikelen/gedaagde-had-zich-te-vergewissen-over-bestaan-thuiskopie

Gedaagde had zich te vergewissen over bestaan Thuiskopie

Rechtbank Den Haag 19 juli 2023, IEF 21634; ECLI:NL:RBDHA:2023:10423 (Stichting de Thuiskopie/Gedaagde) In deze zaak vordert Stichting Thuiskopie betaling van haar facturen van gedaagde en inzage in diens administratie. Gedaagde is een eenmanszaak die telefoons en tablets importeert en in Nederland verkoopt. Nadat gedaagde opgave van zijn administratie aan Stichting Thuiskopie heeft gedaan, factureert Thuiskopie hem een bedrag. Daarbij merkt Thuiskopie op dat de opgave onvolledig is. Gedaagde heeft niet alle importen genoteerd, nog geldig bewijs gegeven van geëxporteerde gegevensdragers. Thuiskopie legt aan haar vordering ten grondslag dat gedaagde geen gehoor heeft gegeven aan de verzoeken van Stichting Thuiskopie, terwijl zij daar wel de wettelijke plicht toe heeft.

De rechtbank stelt Stichting Thuiskopie in het gelijk. Gedaagde heeft meermaals de kans gekregen een correcte administratie over te leggen, waarbij Stichting Thuiskopie aanwijzingen heeft gegeven over de manier waarop deze administratie correct kan worden gevoerd. De hoogte van het bedrag, wat gedaagde zal dwingen om te stoppen met haar bedrijfsvoering, is ook geen factor die de rechtbank in behandeling neemt, nu het aan gedaagde was om zich van haar plichten te vergewissen. De vorderingen van Thuiskopie worden toegewezen.

5.22 De rechtbank overweegt dat het door [bedrijf] gestelde niet in de weg staat aan het toewijzen van het gevorderde verbod. Vooropgesteld wordt dat het op de weg van een ondernemer ligt om op het moment van het opstarten van een bedrijfsactiviteit, in casu de handel in vergoedingsplichtige voorwerpen waarmee [bedrijf] zich sinds 2017 bezighoudt, informatie in te winnen over de op haar als ondernemer rustende verplichtingen dan wel zich daarover te laten informeren. [bedrijf] is in ieder geval vanaf 18 december 2019 op de hoogte van het bestaan van Thuiskopie en de thuiskopievergoeding. Zij is meermalen aangeschreven door Thuiskopie, maar, ondanks overleg, informatie en uitleg van de kant van Thuiskopie, heeft [bedrijf] niet voldaan aan haar verplichtingen, waardoor thans een betalingsachterstand is ontstaan voor de periode vanaf 2017. Thuiskopie heeft [bedrijf] vele mogelijkheden geboden om aan haar verplichtingen te voldoen. [bedrijf] blijft hiermee echter stelselmatig in gebreke. Onder deze omstandigheden bestaat, op de voet van het bepaalde in artikel 3:296 BW2, grond voor een verbod als door Thuiskopie gevorderd3. Nu de door Thuiskopie gevorderde verbijzondering van ‘verhandelen’ niet aansluit bij de tekst van artikel 16ga Aw, zal de rechtbank het verbod – naast de import – alleen toewijzen voor wat betreft de verkoop van vergoedingsplichtige voorwerpen. De rechtbank merkt voor de goede orde op dat het verbod dat zal worden opgelegd, geen algeheel verbod is om vergoedingsplichtige voorwerpen te importeren of te verkopen, maar een verbod om dit te doen zonder de wettelijke verplichtingen tot het onverwijld doen van opgave, betaling van thuiskopievergoeding dan wel het ter inzage geven van bescheiden, na te komen.