DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 26 juli 2016
IEF 16144
Rechtbank Overijssel ||
Rechtbank Overijssel , IEF 16144; ECLI:NL:RBOVE:2016:2914 (eisers tegen FBD Franchise), https://delex.nl/artikelen/geen-blijk-van-overdracht-van-know-how-aan-franchisenemers

Geen blijk van overdracht van know-how aan franchisenemers

Vzr. Rechtbank Overijssel 22 juni 2016, IEF 16144; ECLI:NL:RBOVE:2016:2914 (eisers tegen FBD)
Rechtspraak.nl: Franchiseovereenkomst? Concurrentie- dan wel relatiebeding. Schorsing van de werking van het postcontractuele non-concurrentiebeding dan wel het postcontractuele relatiebeding. Nu niet blijkt dat FBD know-how aan franchisenemers heeft overgedragen, heeft FBD ook geen rechtens te respecteren belang bij bescherming van zulke know-how. Er valt te betwijfelen of de tussen partijen gesloten contracten wel franchiseovereenkomsten zijn. De feitelijke werkwijze van partijen ten opzichte van de klanten (banken) geeft eerder aanleiding om hier te spreken van het ter beschikking stellen, uitzenden of detacheren van hoog gekwalificeerd personeel. De voorzieningenrechter schorst met onmiddellijke ingang de werking van het postcontractuele non-concurrentiebeding dan wel het postcontractuele relatiebeding als bepaald in respectievelijk artikel 8 lid 2 en artikel 18 lid 2 en 3 in de overeenkomsten tussen eisers en FBD, totdat in enige bodemprocedure anders zal zijn beslist.

5.4. Blijkens vaste rechtspraak strekt een non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst er in de eerste plaats toe om de franchisegever in staat te stellen zijn know-how aan de franchisenemer over te dragen, en om aan de franchisenemer bijstand bij de toepassing van zijn methoden te kunnen verlenen, zonder daarbij het risico te lopen dat die know-how en die bijstand ten goede kunnen komen aan concurrenten. Ten tweede kan een concurrentiebeding de franchisegever helpen om passende maatregelen te kunnen nemen tot behoud van de identiteit en de reputatie van het door de formule gesymboliseerde franchiseverband.

5.5. [eisers] hebben - onder meer - aan hun vorderingen ten grondslag gelegd dat FBD geen rechtens te respecteren belang heeft bij nakoming van de postcontractuele bedingen, omdat geen sprake is van rechtens te beschermen know-how die door FBD aan [eisers] is overgedragen. Overdracht van know-how maakt geen onderdeel uit van de formule van FBD.

5.9. FBD stelt nog, onder verwijzing naar de in het Handboek FBD Bankmensen van juni 2014 beschreven de franchiseformule, dat zij wel degelijk know-how heeft overgedragen en bijstand heeft verleend, waardoor zij een gerechtvaardigd belang heeft bij handhaving van de postcontractuele bepalingen.

5.10. Die stelling overtuigt niet, omdat zij niet of nauwelijks concretiseert om welke kennis het feitelijk gaat en waarom die kennis van zo wezenlijk belang is dat die in het belang van concurrentiebescherming geheim behoort te blijven.