18 mei 2022
Uitspraak ingezonden door Stan Elsendoorn en Britt van den Branden, BG.Legal.
Geen forumshopping bij online auteursrechtinbreuk op grond van 102 Rv
Rb. Amsterdam 18 mei 2022, IEF 20760, IT 3953; C/12/714132 / HA ZA 22-168 (Eiseres tegen Cobra Art Company B.V.) Procesrecht. Bevoegdheid. In dit vonnis in incident staat de vraag centraal of de rechtbank Amsterdam relatief bevoegd is om kennis te nemen van het onderhavige geschil. Volgens eiseres is dat het geval, aangezien het schadebrengende feit zich onder meer in het arrondissement Amsterdam heeft voorgedaan (art. 102 Rv). De inbreuk op de auteursrechten van eiseres heeft immers plaatsgevonden via de website van Cobra Art, die in heel Nederland – en dus ook in Amsterdam – raadpleegbaar is. Cobra Art stelt zich op het standpunt dat er sprake is van forumshopping. De rechtbank stelt eiseres in het gelijk. De homepagina van de website verwijst namelijk naar de vestiging van Cobra Art in Amsterdam, waar de prints ook opgehaald kunnen worden. Aldus zijn er meer aanknopingspunten voor de relatieve bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam, dan het enkel oproepbaar zijn van de website. Het feit dat Cobra Art al eerder door de rechtbank Amsterdam is veroordeeld in een mogelijk vergelijkbare zaak, is daarbij irrelevant.
4.3 Volgens [eiser] heeft de inbreuk op haar auteursrecht onder meer plaatsgevonden door het openbaar maken van haar foto’s, het aanbieden daarvan aan het publiek en het verkopen van twee foto’s ([foto 1] en [foto 2]) op www.cobraart.nl, de website van Cobra Art, na het verstrijken van de overeengekomen licentieperiode(s). Aangezien deze website raadpleegbaar is in heel Nederland, en dus het arrondissement Amsterdam, heeft [eiser] ook in Amsterdam schade geleden. De rechtbank volgt [eiser] in deze
stelling. Dit betekent dat de rechtbank Amsterdam (mede) bevoegd is om kennis te nemen van dit geschil. Het standpunt van Cobra Art dat het tot ongewenste forumshopping leidt als de bevoegdheid alleen gebaseerd wordt op het feit dat de website ook in Amsterdam opgeroepen kan worden volgt de rechtbank niet. [Eiser] heeft namelijk gesteld dat Cobra Art op de homepagina van haar website verwijst naar haar vestiging in Amsterdam en dat de bezoeker van de website een online aangekochte print kon ophalen bij de Cobra Art vestiging in Amsterdam. Cobra Art heeft deze stellingen niet betwist. Aldus zijn er meer aanknopingspunten om tot de relatieve bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam te komen dan het
oproepbaar zijn van de website alleen. Dat [eiser] voor de rechtbank Amsterdam heeft gekozen omdat deze rechtbank Cobra Art in een andere, mogelijk vergelijkbare, zaak heeft veroordeeld, zoals door Cobra Art is
gesteld, is voor de beoordeling van de relatieve bevoegdheid niet relevant. Tot slot is ook het standpunt dat [eiser] niet heeft aangetoond dat sprake is van een actuele, voortdurende inbreuk, omdat Cobra Art al voor het uitbrengen van de dagvaarding geen foto’s meer aanbood op haar website, niet relevant voor de beoordeling van dit incident. Voor de bevoegdheid op grond van artikel 102 Rv is namelijk niet vereist dat de onrechtmatige daad nog steeds voortduurt ten tijde van het aanbrengen van de zaak.4.4 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de incidentele vordering moet worden afgewezen.