DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 27 september 2019
IEF 18710
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
24 sep 2019
Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2019, IEF 18710; ECLI:EU:T:2019:681 (Piaggio tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/geen-gebruik-van-auteursrechtelijk-beschermd-werk-in-ingeschreven-model

Geen gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk in ingeschreven model

Gerecht EU 24 september 2019, IEF 18710, IEbe 2956; ECLI:EU:T:2019:681 (Piaggio tegen EUIPO) Uitlegging overeenkomstig artikel 6 van verordening nr. 6/2002. Geen gebruik zonder toestemming van een in een lidstaat auteursrechtelijk beschermd werk in het ingeschreven model. Zhejiang Zhongneng Industry Group diende bij EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een gemeenschapsmodel, een scooter, in. Verzoekster, Piaggio & C. SpA diende bij het EUIPO een vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model in. Zij stelde onder meer dat het model in essentie gelijk is aan haar ouder model scooter. Het zou dezelfde algemene indruk maken, waardoor kon worden uitgesloten dat het nieuw was en een eigen karakter had overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van verordening nr. 6/2002 en door het relevante publiek verward worden met het oudere merk. Ook stelt Piaggio dat het oudere model werd beschermd door het Italiaanse en Franse auteursrecht, en het oudere model ten onrechte als geestesproduct werd gebruikt in het litigieuze model. Het beroep wordt verworpen.

40      In het licht van deze overwegingen moet worden beoordeeld of het litigieuze model, gelet op het oudere model, geen eigen karakter heeft in de zin van artikel 6 van verordening nr. 6/2002.

63      Uit een en ander volgt dat de kamer van beroep geen blijk heeft gegeven van een onjuiste opvatting door in de punten 49 en 51 van de bestreden beslissing te oordelen dat het litigieuze model en het oudere model bij de geïnformeerde gebruiker verschillende algemene indrukken wekten en door tot de slotsom te komen dat het het litigieuze model ten opzichte van het oudere model niet ontbrak aan eigen karakter in de zin van artikel 6 van verordening nr. 6/2002.

74      Onafhankelijk van de vraag of het oudere merk volgens het Italiaanse recht geldig kan worden ingeroepen voor de toepassing van artikel 25, lid 1, onder e), van verordening nr. 6/2002, moet dus worden onderzocht of de kamer van beroep op goede gronden de vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model op basis van deze bepaling heeft verworpen na te hebben geoordeeld dat er geen gebruik was gemaakt van het oudere merk in het litigieuze model en dat er bij het relevante publiek geen gevaar bestond voor verwarring van het oudere merk met het litigieuze model.

90. Uit een en ander volgt dat de gemiddelde consument, gelet op de door het oudere merk gewekte visuele totaalindruk, die verschilt van die welke het litigieuze model oproept, alsook de belangrijke rol die het design speelt bij de keuze van deze consument, die blijk geeft van een hoog aandachtsniveau, zal uitsluiten dat in het litigieuze model, in weerwil van de gelijkvormige aard van de betrokken waren of voortbrengselen, gebruik is gemaakt van het oudere merk.

104    Volgens het Italiaanse auteursrecht mag het gebruik van de artistieke en creatieve kern bestaande uit de in de punten 10 en 53 hierboven vermelde vormkenmerken, niet opnieuw tot uiting komen in het litigieuze model. Tussen de achterkant van het frame en de onderkant van het zadel alsook tussen de onderkant van het zadel en de voorplaat, vertoont het litigieuze model echter veeleer hoekige lijnen. De puntige voorplaat ervan lijkt tot aan het spatbord eerder op een „stropdas” dan op een pijl. De achterkuip is niet zo spits uitlopend als de druppelvorm van de achterkuip van het oudere model.