Gepubliceerd op donderdag 25 januari 2018
IEF 17461
Rechtbank Rotterdam ||
1 dec 2017
Rechtbank Rotterdam 1 dec 2017, IEF 17461; ECLI:NL:RBROT:2017:9479 (Texant tegen Cetex Fashion), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-of-slaafse-nabootsing-verkoopmeubel-babykleding

Geen inbreuk of slaafse nabootsing verkoopmeubel babykleding

Vzr. Rechtbank Rotterdam 1 december 2017, IEF 17461; ECLI:NL:RBROT:2017:9479 (Texant tegen Cetex Fashion) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Texant verkoopt babytextiel van het merk 'Very Important Baby'. Zij biedt haar afnemers de mogelijkheid aan om haar producten aan te bieden in een door Texant te leveren verkoopmeubel. Een andere verkoper van babytextiel, Cetex Fashion, biedt haar afnemers een zelfde mogelijkheid aan. Texant stelt dat het verkoopmeubel van Cetex Fashion een inbreuk op het auteursrecht van Texant oplevert. Texant maakt niet aannemelijk dat zij als maker van het verkoopmeubel is aan te duiden en kan zich niet beroepen op het auteursrecht. Van slaafse nabootsing is ook geen sprake, omdat Cetex Fashion het verkoopmeubel reeds voor de oprichting van Texant al op de markt heeft gebracht.

4.5. Nu niet aannemelijk is gemaakt dat [eiseres] Texant is aan te duiden als maker van het ontwerp van het VIB-meubel dan wel op andere gronden als rechthebbende daarvan in de zin van de Auteurswet, komt haar geen bescherming toe uit hoofde van die wet.

4.6. De tweede grondslag voor haar vorderingen is de stelling van [eiseres] Texant dat Cetex Fashion c.s. zich schuldig maakt aan slaafse nabootsing van het VIB-meubel en daarmee onrechtmatig jegens [eiseres] Texant handelt in de zin van artikel 6:162 BW.

4.8. Tussen partijen is onder meer in geschil wie als eerste met haar display op de markt is gekomen. Vaststaat dat [eiseres] Texant op 27 januari 2014 is opgericht. Voor zover het VIB-meubel in 2012 op de markt is gebracht, zoals door [eiseres] Texant is betoogd maar door Cetex Fashion c.s. is betwist, moet dat zijn gedaan door een andere onderneming. Nu, zoals gezegd, vooralsnog gesteld noch gebleken is dat die laatste onderneming in [eiseres] Texant is ingebracht dan wel haar rechten op het VIB-meubel heeft overgedragen aan [eiseres] Texant, wordt het ervoor gehouden dat [eiseres] Texant pas vanaf 27 januari 2014 het VIB-meubel op de markt brengt. Cetex Fashion c.s. heeft aangevoerd dat zij het PV-meubel I in 2011 al op de markt heeft gebracht. Ter onderbouwing daarvan heeft zij schriftelijke verklaringen overgelegd van verschillende afnemers. De verklaringen komen erop neer dat de afnemers in 2011 dan wel in 2012 een houten, verrijdbare display in driehoeksvorm van Cetex Fashion geleverd hebben gekregen. Ook heeft Cetex Fashion c.s. een factuur van een Turkse leverancier van 5 maart 2011 overgelegd, waaruit, volgens haar, blijkt dat zij 30 displays van die leverancier heeft afgenomen tegen € 14,00 per stuk. Hoewel de overgelegde stukken vooralsnog onvoldoende zijn om te concluderen dat het PV-meubel I in 2011 op de markt is gekomen, mede gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door [eiseres] Texant, valt niet uit te sluiten dat Cetex Fashion c.s. in een bodemzaak, waarin in tegenstelling tot dit kort geding wel gelegenheid is om bewijs te leveren middels het horen van getuigen, erin zal slagen dat bewijs te leveren. Dat zou betekenen dat het PV-meubel I eerder door Cetex Fashion op de markt is gebracht dan het VIB-meubel door [eiseres] Texant, zodat Cetex Fashion met het aanbieden van haar displays niet onrechtmatig kan hebben gehandeld jegens [eiseres] Texant.