15 sep 2016
Geen medewerkingsplicht bij bewijsbeslag ondanks mogelijk ontbreken politiebijstand
Hof Den Haag 15 september 2016, IEF 16423; ECLI:NL:GHDHA:2016:3585 (Hatex tegen Alkapida) Beslag. Verzoek tot opleggen van dwangsom bij weigering medewerking aan het leggen van conservatoir bewijsbeslag en verhaalsbeslag ook in hoger beroep afgewezen. Door acties van de politie vanwege cao-onderhandelingen, zal de door Hatex ingeschakelde deurwaarder op korte termijn niet kunnen rekenen op politiebijstand ex artikel 444 lid 2 Rv in het geval dat Alkapida deze deurwaarder de toegang tot haar bedrijfsruimten zou weigeren. Bij gebreke van een medewerkingsplicht zou het leggen van beslag op dergelijke bestanden vrijwel altijd illusoir zijn, omdat het dan in de macht van de gerekwestreerde zou liggen de beslaglegging te frustreren eenvoudig door medewerking te weigeren.
2.3. Die toegang wordt door middel van het binnentredingsrecht van de deurwaarder geregeld in artikel 444 Rv. Lid 1 van dat artikel bepaalt dat de deurwaarder ter inbeslagneming toegang heeft tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Lid 2 van dat artikel bepaalt onder meer dat indien de deuren gesloten zijn, of de opening daarvan geweigerd wordt, de deurwaarder zich zal vervoegen bij de burgemeester in wiens tegenwoordigheid de opening van de deuren zal worden gedaan en dat de burgemeester zich kan doen vertegenwoordigen door een ambtenaar van politie die tevens hulpofficier van justitie is.
2.4. Anders dan verzoekster stelt, is de omstandigheid dat zowel de politie (vanwege de landelijke staking) als de burgemeester in de gemeente Roosendaal desgevraagd hebben geweigerd bijstand te verlenen conform artikel 444 Rv lid 2 voorshands oordelend niet gelijk te stellen met de situatie bedoeld in r.o. 3.9.10 van het arrest van de Hoge Raad van 13 september 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BZ9958). Ondanks het ontbreken van een wettelijke basis daarvoor heeft de Hoge Raad in dat specifieke geval wel een medewerkingsplicht aangenomen omdat medewerking van de gerekwestreerde dan wel derde de enige mogelijkheid is om digitale bestanden die ‘in the cloud’ worden bewaard in beslag te kunnen nemen. In dit geval gaat het om een situatie die in artikel 444 Rv is geregeld.