Gepubliceerd op dinsdag 1 juli 2014
Geen onderbouwing dat woonadres slechts postadres is
Hof Amsterdam 30 juli 2013, IEF 13996 (appellanten tegen SPAR)
Procesrecht. Incident. Zekerheid. Spar vordert op voet van 224 Rv dat appellanten zekerheid stellen voor de te verwachten kostenveroordeling ex 1019h Rv. Bij dagvaarding is woonplaats Luxemburg vermeld, een lidstaat van de Europese Unie. Dat het opgegeven woonadres slechts een postadres betreft, althans dat appellanten geen vaste woon- of verblijfplaats te Luxemburg hebben, is door Spar niet voldoende concreet onderbouwd en niet aannemelijk. [zie IEF 13712 voor vervolg].
2.3. [appellanten] hebben bij dagvaarding in eerste aanleg en in hoger beroep een woonplaats te Luxemburg vermeld. In Verordening (EG) Nr. 44/2001 (EEX-verordening) is onder meer bepaald dat rechterlijke beslissingen, gegeven in een lidstaat van de Europese Unie, direct ten uitvoer gelegd kunnen worden in andere lidstaten. Uit het voorgaande volgt dat ten aanzien van [appellanten], indien het door hem opgegeven adres juist is, geen zekerheidstelling kan worden gevorderd. Dat het door [appellanten] opgegeven woonadres slechts een postadres betreft, althans dat [appellanten] geen vaste woon- of verblijfplaats te Luxemburg hebben, heeft Spar niet voldoende concreet onderbouwd en is (daarom) niet voldoende aannemelijk geworden. Dat brengt mee dat (reeds) ingevolge artikel 224 lid 2, aanhef en onder b Rv voor [appellanten] geen verplichting bestaat tot zekerheidstelling.2.4. Uit het vorenstaande volgt dat de incidentele vordering zal worden afgewezen.