Geen rectificatie noch spreekverbod oud-medewerkers christelijke leefgemeenschap
Rechtbank Overijssel 20 december 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:3376 / 3377 (Stichting De Terebint I en II)
Mediarecht. Onrechtmatige publicatie. Arbeidsrecht - geheimhouding. De Terebint is een christelijke leefgemeenschap, die hulp biedt aan mensen met persoonlijke kwesties en levensproblemen. [eiseres] is sinds jaar en dag bestuurder van De Terebint. Gedaagde I is omstreeks 1981 als cliënt gaan wonen bij De Terebint en in 2008 in dienst getreden met een geheimhoudingsbeding, deze is overeekomst is per januari 2012 opgezegd. Gedaagde II is in dienst van De Terebint pleegouder geweest. Gedaagden hebben medewerking verleend aan een reeds uitgezonden reportage van het EO-programma “De Vijfde Dag”. Naast gedaagden zijn zes andere oud-bewoners dan wel oud medewerkers aan het woord geweest.
De kort gedingrechter oordeelt dat oud-medewerkers van de christelijke leefgemeenschap De Terebint hun uitlatingen niet hoeven te rectificeren en legt hen geen spreekverbod op. De vorderingen tot schadevergoedingen van ruim €100.000 en €90.000 euro wijst de rechter af.
In 3376:
4.12. De Terebint c.s. heeft de vorderingen sub c en d kennelijk gegrond op aansprakelijkheid uit zowel onrechtmatige daad als overtreding van het geheimhoudingsbeding uit de arbeidsovereenkomst.
4.14. Voor zover schadevergoeding wordt gevorderd uit hoofde van overtreding van het geheimhoudingsbeding uit de arbeidsovereenkomst wordt het volgende overwogen. Tussen partijen is niet in geschil dat in de arbeidsovereenkomst tussen De Terebint en [gedaagde] een geheimhoudingsbeding is opgenomen. De Terebint heeft zich op het standpunt gesteld dat een redelijke uitleg van het geheimhoudingsbeding meebrengt dat het ook geldt voor de periode na het einde van de arbeidsovereenkomst. [gedaagde] heeft hier tegenin gebracht dat in het geheimhoudingsbeding niet is opgenomen dat het beding ook doorwerkt na het einde van de arbeidsovereenkomst. Partijen verschillen over de uitleg van het geheimhoudingsbeding, waarvoor nadere bewijsvoering nodig is. Daarvoor leent een kort geding zich naar zijn aard niet.
Voorzover er vanuit dient te worden gegaan dat het geheimhoudingsbeding ook geldt voor de periode na het einde van de arbeidsovereenkomst, heeft De Terebint, gezien de stelling van [gedaagde], onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de uitlatingen van [gedaagde] zien op de arbeidsperiode 2008-2011. Tevens heeft De Terebint slechts in zijn algemeenheid aangegeven dat de uitlatingen van [gedaagde] in strijd met het geheimhoudingsbeding zijn; zij heeft echter nagelaten aan te geven welke specifieke uitlating daarmee strijdig is.
4.15. Gezien het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat geen sprake is van overtreding van het geheimhoudingsbeding zodat de vordering uit schadevergoeding zal worden afgewezen.
In 3377:
4.14. Voor zover schadevergoeding wordt gevorderd uit hoofde van overtreding van het geheimhoudingsbeding uit de arbeidsovereenkomst wordt het volgende overwogen. Door De Terebint is een arbeidsovereenkomst overgelegd die niet is ondertekend. Volgens [gedaagde] is deze arbeidsovereenkomst nooit door hem ondertekend, aangezien hij het niet eens was met de gang van zaken op De Loot en met de inhoud van deze overeenkomst. De Terebint heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er tussen haar en [gedaagde] een geheimhoudingsbeding is overeengekomen. De stellingen van De Terebint dat het geheimhoudingsbeding toch geldt omdat [gedaagde] daartegen niet geprotesteerd heeft dan wel omdat [gedaagde] naar het beding gehandeld heeft, zijn onbegrijpelijk.