DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 27 maart 2018
IEF 17588
Rechtbank Den Haag ||
6 dec 2017
Rechtbank Den Haag 6 dec 2017, IEF 17588; ECLI:NL:RBDHA:2017:16306 (Hennessy tegen Loendersloot-vennootschappen), https://delex.nl/artikelen/geen-ruimte-voor-ruime-interpretatie-van-8-eex-vo-bij-meerdere-gedaagden-met-woonplaats-in-het-buite

Geen ruimte voor ruime interpretatie van 8 EEX-Vo bij meerdere gedaagden met woonplaats in het buitenland

Rechtbank Den Haag 6 december 2017, IEF ; ECLI:NL:RBDHA:2017:16306 (Hennessy tegen Loendersloot-vennootschappen) Bevoegdheidsincident opgeworpen door in België woonachtige gedaagde. Artikel 8 aanhef en onder 1 EEX-Vo. Gedaagden, waaronder gedaagden sub 1 tot en met 4 (hierna: de Loendersloot-vennootschappen), gedaagde sub 6 (hierna: Pure Handling) en gedaagden sub 7 tot en met 14 (hierna: de Van Caem-vennootschappen) zijn betrokken bij grootschalige inbreuk op de Hennessy-merken. Gedaagde sub 5 woont niet in Nederland, dus is de rechtbank niet bevoegd ex 4 EEX II-Vo. Terughoudendheid bij de uitleg van artikel 8 EEX II-Vo bij meerdere gedaagden, dus geen ruime interpretatie. Ook de alternatieve bevoegdheid via artikel 7 EEX II-Vo,  plaats van het schadebrengend feit - het arrondissement Zeeland-West-Brabant - maakt het niet dat de Rechtbank Den Haag bevoegd is. De rechtbank verklaart zich deels bevoegd en deels onbevoegd.

4.4. Nederland is niet de woonplaats van [gedaagde sub 5] , zodat de bevoegdheid ten aanzien van de tegen hem ingestelde vorderingen niet kan worden gegrond op het bepaalde in artikel 4 EEX II-Vo. Beoordeeld dient te worden of de bevoegdheid valt te ontlenen aan artikel 8 en/of artikel 7 EEX II-Vo, die beide zowel de internationale als de relatieve bevoegdheid regelen.

4.10. In dit laatste ligt besloten dat de rechtbank, mede gelet op de vereiste terughoudende uitleg van artikel 8 EEX-Vo, geen ruimte ziet voor de door Hennessy c.s. voorgestane ruime interpretatie. Anders dan Hennessy c.s. kennelijk ook nog voorstaan, voorziet de EEX II-Vo naast artikel 8 ook niet in een algemene connexiteitsregel, waarmee via een soort ‘zwaan-kleef-aan-constructie’ bevoegdheid voor één vordering tegen één gedaagde leidt tot bevoegdheid voor alle vorderingen tegen alle gedaagden. Bevoegdheid tot kennisname van één deel van de vordering tegen één gedaagde leidt dan ook niet automatisch tot bevoegdheid tot kennisname van een ander deel tegen dezelfde gedaagde. Zie in dit verband ook artikel 5 EEX II-Vo en het arrest Kalfelis6.

5.1. verklaart zich bevoegd om van de vorderingen in de hoofdzaak kennis te nemen voor zover deze zijn gegrond op de stelling dat [gedaagde sub 5] onrechtmatig jegens Hennessy c.s. heeft gehandeld door te bewerkstelligen, althans niet te voorkomen dat de in Nederland gevestigde mede-gedaagden inbreuk maken en/of hebben gemaakt op Uniemerken van Hennessy c.s.