24 mei 2016
Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal en Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan.
Geen verklaring en recht omdat inbreuk op porseleinen servies al was toegegeven
Hof Den Haag 24 mei 2016, IEF 15971 (P. Van Roon tegen Hermès)
Auteursrecht. Beslagkosten. Hoofdzaak niet binnen termijn aanhangig gemaakt na vrijwillige afgifte door Van Roon van administratie. Hoger beroep na IEF 13903, waarin auteursrechtinbreuk op het porseleinen servies van Hermès werd aangenomen. De rechtbank had, aldus het hof, de verklaring voor recht moeten afwijzen, omdat het belang is komen te vervallen op het moment dat Van Roon bij conclusie van antwoord auteursrechtinbreuk erkende. Nu Van Roon inbreuk heeft gemaakt, was Hermès gerechtigd conservatoir (bewijs)beslag te leggen op producten en de administratie. Die beslagkosten zijn wel voor rekening van Van Roon. Dat de hoofdzaak niet binnen de in de beschikking vermelde termijn aanhangig is gemaakt, leidt niet dat Hermès daarom geen aanspraak kan maken op vergoeding van die kosten. Hermès wordt veroordeeld tot terugbetaling van de proceskosten, de kosten in het hoger beroep worden gecompenseerd.
7. Naar het oordeel van het hof had de rechtbank de verklaring voor recht moeten afwijzen. Voor zover Hermès (voldoende) belang had bij de verklaring bij het instellen van de vordering - daaraan kan getwijfeld worden daar sprake is van een overbodige vordering nu alle door Hermès gewenste, ingeval van inbreuk op te leggen sancties, ofwel tussen partijen zijn overeengekomen, ofwel door Hermès in dezelfde procedure zijn gevorderd -, is dat belang komen te vervallen op het moment dat Van Roon bij de conclusie van antwoord erkende inbreuk te hebben gemaakt. Dat Van Roon nog wel de toerekenbaarheid van de inbreuk bestreed, doet daar niet aan af. De gevorderde verklaring betreft namelijk niet de vaststelling van aansprakelijkheid, maar slechts de vaststelling van de inbreuk. Derhalve slaagt grief 1 en zal de vordering sub 1 alsnog worden afgewezen.
9. Naar het oordeel van het hof zijn partijen in eerste aanleg over en weer zodanig in het ongelijk gesteld dat er reden is de kosten van die aanleg, met uitzondering van de beslagkosten, te compenseren. (...)
10. Het hof is van oordeel dat de beslagkosten wel volledig voro rekening van Van Roon komen. Het hof deelt het oordeel van de rechtbank dat het leggen van beslag niet onnodig of onrechtmatig was. Nu vaststaat dat Van Roon inbreuk heeft gemaakt, was Hermès gerechtigd ter bewaring van haar rechten conservatoir beslag op de inbreukmakende producten en bewijsbeslag op de administratie te doen leggen. Hermès was niet gehouden eerste te informeren of Van Roon bereid was vrijwillig aan haar eisen te voldoen (...) Dat past niet bij het karakter en het doel van conservatoir beslag. (...) waaruit blijkt dat extra kosten zijn gemaakt voor ICT-werkzaamheden en honorarium, hetgeen niet ongebruikelijk en verklaarbaar is bij een bewijsbeslag op administratie en beslag op producten. Dat geldt ook voor de omvang van de ter zake gevorderde bedragen. Gelet daarop gaat het hof aan het verweer van Van Roon dat de kosten buitensporig hoog zijn als onvoldoende onderbouwd voorbij. Dat de hoofdzaak niet binnen de in de beschikking vermelde termijn aanhangig is gemaakt, leidt niet tot het oordeel dat Hermès om die reden geen aanspraak kan maken op vergoeding van de kosten van het beslag, nu na dat beslag voor het verlopen van bedoelde termijn de beslagen inbreukmakende producten met toestemming van Van Roon zijn vernietigd en Van Roon afschriften van relevante stukken uit haar administratie aan Hermès heeft afgegeven.