Geven de werktoets en de inbreuktoets voldoende ruimte om met de vermindering van de beschermingsomvang rekening te houden?
Een bijdrage van Anneke Stekelenburg, Höcker Advocaten.
Naar aanleiding van de Conclusie van A-G mr. D.W.F. Verkade inzake Stokke c.s. tegen Fikszo c.s. (zaaknummer: 11/00447 en IEF 11837) en de reactie hierop van R. Chalmers Hoynck van Papendrecht, ‘De ‘onnodigheid en onwenselijkheid’ van verwatering in het auteursrecht’, 18 oktober 2012 (IEF 11894).
Op 5 oktober 2012 heeft Verkade in de zaak Stokke c.s. tegen Fikszo c.s. geconcludeerd dat in het auteursrecht geen ruimte is voor verwatering van het auteursrecht. Verkade acht toepassing van het verwateringsleerstuk onnodig, omdat de (EOK & PS-)werktoets en de Heertje/Hollebrand-inbreuktoets in zijn optiek voldoende ruimte laten om binnen het systeem van het auteursrecht de echt onwenselijke monopolisering tegen te gaan. Geven de werktoets en de inbreuktoets inderdaad voldoende ruimte om met de vermindering van de beschermingsomvang rekening te houden?
Inhoudsopgave:
1. Stijl en het trendsettersprobleem
2. Verwatering
3. Conclusie A-G Verkade
4. De inbreuktoets
5. Bieden de toetsen voldoende ruimte?
6. Conclusie
Lees de gehele bijdrage hier.