Goten voor warenhuizen (2)
Naar aanleiding van de bespreking van het vonnis in de zaak Bom tegen Boal (lees het bericht hier), bericht Rutger Kleemans van Freshfields Bruckhaus Deringer: “In uw bespreking van het door de Rechtbank Den Haag gewezen vonnis vraag u zich af of ondanks het feit dat de procedure al in 1998 is aangevangen en in hoofdzaak betrekking heeft op de uitleg van een samenwerkingsovereenkomst en niet op de inbreuk of geldigheid van een intellectueel eigendomsrecht, toch een proceskostenveroordeling conform de Handhavingsrichtlijn is opgelegd vanwege het procureurssalaris van € 25.688,-. Dat is (helaas) niet het geval:
Het salaris procureur is berekend volgens het liquidatietarief. Omdat het belang van de zaak boven de € 1 mln uitgaat is de puntwaarde € 3.211,- zonder maximaal puntental. Sinds 1998 zijn door Bom veel handelingen bij de rechtbank verricht (van het vonnis van 20 januari 1999 is beroep ingesteld en de zaak is in 2001 naar de rechtbank terugverwezen): 2 pleidooien, een comparitie en daaropvolgende nadere conclusies, een incident, al met al resulterend in een puntentotaal van 8 x 3.211 = € 25.688,-.”