15 jun 2023
Groene Amsterdammer maakt onrechmatig zwart
Rechtbank Amsterdam 15 juni 2023; IEF 21497; ECLI:NL:RBAMS:2023:3727 (Groene Amsterdammer/Eiser) In deze zaak kijkt de voorzieningenrechter naar een publicatie van de Groene Amsterdammer en het onderzoekscollectief Spit. Eiser, die notaris is, wordt in de publicatie aan alle kanten betrokken in vastgoedfraude en wordt, onder andere, een 'notaris van de onderwereld' genoemd. Hij vordert een verbod op de verdere verspreiding van het artikel door de Groene Amsterdammer en de journalist die het stuk heeft geschreven, de publicatie van de website af te halen en een rectificatie te plaatsen, alles onder last van dwangsom.
De voorzieningenrechter stelt in zijn beoordeling voorop dat er in deze zaak een afweging moet worden gemaakt tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en de recht op het privéleven van eiser. Grondrechten als deze mogen namelijk slechts beperkt worden als de beperking bij wet is voorzien. Van een rechtmatige beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting kan sprake zijn als de publicatie onrechtmatig tegenover eiser blijkt. Om vast te stellen of er sprake is van een onrechtmatige publicatie moet een belangenafweging worden gemaakt tussen de belangen die in deze zaak leven. Aan de kant van de Groene Amsterdammer is dat het belang om zich openbaar kritisch of informerend uit te laten over misstanden die de samenleving raken. Aan de kant van eiser is dat het belang dat hij door de publicatie niet wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Hiervoor moet worden vastgesteld of de beweringen van de Groene Amsterdammer steun vinden in het feitenmateriaal, waarbij de vraag is of de rol die eiser wordt toegedicht wel eerlijk is. Daarbij neemt de voorzieningenrechter als maatstaf wat de gemiddelde lezer in het artikel ziet. De gemiddelde lezer kijkt verder dan alleen de letterlijke tekst. In de tekst van de Groene Amsterdammer staan implicerende teksten over de rol en het gedrag van eiser. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat deze implicaties zich grotendeels op speculaties berusten. Hoewel nergens expliciet in de tekst wordt genoemd dat eiser een malafide karakter is, schemert deze mening wel tussen de regels door - vooral voor de gemiddelde lezer die slechts het artikel heeft om zijn mening op te baseren.
Nu vaststaat dat enkele passages uit de publicatie onrechtmatig zijn tegenover eiser, is de vraag wat een gepaste rectificatie is. De voorzieningenrechter vindt dat het te ver gaat om het artikel integraal uit de lucht te halen. Wel oordeelt de rechter dat er een rectificatie in de volgende editie van de Groene Amsterdammer moet komen, inclusief online rectificaties op de websites van de Groene Amsterdammer en Spit.
4.6 De Groene en de journalist hebben daartegen ingebracht dat de [naam 3] -deal en de nauwe banden tussen de notaris en zijn vader, [naam 5] , [naam 6] en [naam 12] alleen zijn gebruikt ter illustratie van de risico’s van het toezichtvacuüm. Volgens De Groene en de journalist laat het artikel open of er strafrechtelijk verwijtbaar is gehandeld bij de [naam 3] -deal, of er daadwerkelijk regels zijn overtreden en of de panden te goedkoop aan [naam 3] zijn verkocht. In het artikel staat dat dit soort constructies strikt genomen niet verboden zijn, maar dat – alleen als bepaalde omstandigheden bewezen kunnen worden – er mogelijk sprake is van strafrechtelijk faciliteren en dat nader onderzoek moet uitwijzen of Vivare daadwerkelijk te weinig voor het pakket woningen heeft gekregen. Nergens in het artikel staat dat de notaris corrupt is, witwast, strafbaar handelt, de regels schendt, een miljoenenspel heeft opgezet of dat hij notaris van de onderwereld is, aldus De Groene en de journalist.
4.7 Op zich kan De Groene en de journalist worden toegegeven dat dit niet allemaal zo letterlijk in het artikel staat, maar doorslaggevend is wat een gemiddelde lezer die met gemiddelde aandacht van het artikel kennisneemt uit het gewraakte artikel opmaakt1 (of: erin leest, ook al staat het er niet letterlijk).
4.16 De ten tijde van de publicatie bekende feiten sluiten het door De Groene en de journalist geschetste scenario mogelijk niet uit, maar dat scenario leunt voor een groot deel op speculaties, waarvoor geen direct of indirect bewijs is aangedragen. Bovendien zijn die speculaties veelal als feit gepresenteerd. Daaraan doet niet af dat in het artikel bij het handelen van de notaris – zoals De Groene stelt – ‘slechts’ vragen worden gesteld of daarvan ‘slechts’ wordt gezegd dat dit vragen opwerpt. Dit wordt ook niet anders doordat uitdrukkelijk is opengelaten of strafrechtelijke of tuchtrechtelijke regels zijn overtreden en of Vivare wel is benadeeld. Voor de wijze waarop de ambtsuitoefening van de notaris is afgeschilderd bestond ten tijde van publicatie onvoldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Dat afspraken tussen bevriende relaties met informele contacten zich moeilijk laten bewijzen, zoals in het artikel staat, is geen reden om een soepeler toetsingskader te hanteren. De verdachtmakingen zijn ernstig. Bovendien was voor het aankaarten van de door De Groene gesignaleerde misstand – het toezichtvacuüm – niet nodig de notaris zo prominent in het artikel te laten figureren. Daarbij is in het bijzonder van belang dat de notaris geen publieke figuur is. Het van de notaris geschetste beeld tast hem aan in zijn eer en goede naam.
Dat blijkt wel uit de vele negatieve reacties op het artikel. De Groene en de journalist hebben met hun uitlatingen over/speculaties op het gebrek aan integriteit van de notaris onrechtmatig jegens hem gehandeld.