Haagse rechtbank relatief bevoegd op grond van wetsgeschiedenis
Rechtbank Den Haag 12 juni 2013, HA ZA 12-1153 (Stichting De Thuiskopie tegen X in Duitsland)
Incident. EEX. Relatieve bevoegdheid rechter. Wetsgeschiedenis wijst Haagse rechtbank aan.
Via een webshop op www.bigdennis.com worden vanuit Duitsland al jarenlang en op grote schaal blanco informatiedragers aan Nederlandse afnemers verkocht, zonder dat daarvan opgave wordt gedaan en thuiskopievergoeding wordt afgedragen. Deze website is geheel gericht op Nederlandse afnemers. De handel vond plaats voor rekening van de Duitse onderneming Q-supply GmbH, die op grond van het arrest HvJ EU (Stichting de Thuiskopie tegen Opus Supplies, red. IEF 9791) is aan te merken als importeur in de zin van de Auteurswet. De schade die Stichting de Thuiskopie heeft geleden bedraagt afgerond € 16.000.000, voor welk bedrag Q-supply geen verhaal biedt en wordt X - als enig bestuurder - aansprakelijk gesteld. Op de datum van dagvaarding had [X] woonplaats in Duitsland.
Gezien artikel 2 EEX-Vo dient hij te worden opgeroepen voor de Duitse rechter. Er bestaat echter een bijzonder nauw verband tussen de vordering en de rechter die wordt geroepen daarvan kennis te nemen. Nederland wordt aangemerkt als plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan ex 5 lid 3 EEX-Vo.
Op grond van de wetsgeschiedenis is de Haagse rechtbank relatief bevoegd: "De procedures, die op grond van artikel 16g geëntameerd kunnen worden bij de Haagse rechtbank, kunnen zeer verschillend van aard zijn (...) Concentratie van álle procedures, die zich met betrekking tot de onderhavige vergoedingsregeling kunnen voordoen, is naar mijn mening aangewezen".
In citaten:
4.2. Anders dan in de door [X] aangehaalde arresten HvJEG 11 januari 1990, LJN AC1807 (Dumez – Hessische Landesbank), 19 september 1995, LJN AD2390 (Marinari – Lloyd’s Bank) en 10 juni 2004, LJN AY0167 (Kronhofer – Maier), bestaat in dit geval niet slechts een verband met de rechter van de woonplaats van de gelaedeerde omdat zich daar het door het gestelde onrechtmatig handelen getroffen vermogen van de gelaedeerde bevindt, maar is de gestelde schade bovendien ontstaan door een handeling – de import - in Nederland. Aldus bestaat, in de woorden van het arrest HvJEG 30 november 1976 een bijzonder nauw verband tussen de vordering en de rechter die wordt geroepen daarvan kennis te nemen. In het onderhavige geval moet Nederland daarom worden aangemerkt als plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan, zodat de Nederlandse rechter in ieder geval rechtsmacht toekomt op grond van artikel 5 lid 3 EEX-Vo. Uit het arrest HvJEU 19 april 2012, LJN BW4330 (Wintersteiger)3 volgt voorts dat de Nederlandse rechter in een dergelijk geval bevoegd is om, zoals door Stichting de Thuiskopie gevorderd, de gesteld onrechtmatige handelingen die tot het ontstaan van schade in Nederland leiden te verbieden, ook al vindt dat handelen buiten Nederland plaats.
4.4 Voor wat betreft de relatieve bevoegdheid van deze rechtbank geldt het volgende. Uit de door Stichting de Thuiskopie aangehaalde wetsgeschiedenis van artikel 16g Aw is af te leiden dat deze bepaling de deskundigheid en ervaring van de rechter ten aanzien van de bijzondere materie en de eenheid van rechtspraak beoogt te bevorderen. Voorts volgt uit de formulering van de bepaling (geschillen met betrekking tot) en de wetsgeschiedenis dat de wetgever het artikel een ruim bereik heeft willen geven. In de memorie van toelichting4 wordt opgemerkt ‘De procedures, die op grond van artikel 16g geëntameerd kunnen worden bij de Haagse rechtbank, kunnen zeer verschillend van aard zijn (...) Concentratie van álle procedures, die zich met betrekking tot de onderhavige vergoedingsregeling kunnen voordoen, is naar mijn mening aangewezen.’ Nu in de onderhavige procedure naast de gestelde aansprakelijkheid van [X] als bestuurder van Q-supply moet worden vastgesteld of en zo ja hoeveel thuiskopievergoeding Q-supply verschuldigd is geworden, is gelet op deze ruime strekking en de ratio van de bepaling aan te nemen dat ook het onderhavige geschil door deze rechtbank dient te worden beslist.