Het belang van voelen, ruiken en proeven
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 15 december 2006, LJN: AZ5787. Hoger beroep van appelanten tegen de uitspraak van 28 november 2005 van de rechtbank te Rotterdam, in het geding tussen appellanten en de Minister van VWS.
Tabakreclame op vakbeurs.
Appellanten hebben tijdens de horecavakbeurzen “European Fine Food Fair 2004” en “Beer & Beverage Box 2004”, alwaar zij ieder met een stand vertegenwoordigd waren, aan verschillende personen al dan niet verpakte sigaren hebben uitgereikt, zonder daarbij om een vergoeding te vragen. De vraag of appellanten met deze gedraging het in artikel 5, vierde lid (oud), Tabakswet neergelegde verbod hebben overtreden, beantwoordt het College bevestigend. Deze activiteiten van appellanten moeten als het aanprijzen van een tabaksproduct worden gekwalificeerd.
Het gratis uitreiken van sigaren is niet te beschouwen als een mededeling die uitsluitend voor de bedrijfstak van de handel in tabaksproducten bestemd is. De overweging van de rechtbank dat uit de letter en strekking van artikel 5, derde lid, aanhef en onder a, Tabakswet blijkt dat onder handelsreclame het schriftelijk verstrekken van productinformatie moet worden verstaan, is niet onjuist. Het uitreiken van sigaren op een – niet alleen voor tabakshandelaren toegankelijke – horecavakbeurs is in elk geval niet als een dergelijke mededeling binnen de branche te beschouwen.
Het beroep op de uitzondering op de verpakkingseis treft evenmin doel. Deze uitzondering geldt alleen voor tabaksspeciaalzaken. Een horecavakbeurs is geen tabaksspeciaalzaak. In tegenstelling tot hetgeen appellanten hebben gesteld, heeft de wetgever met het opnemen van deze uitzondering niet het belang van voelen, ruiken en proeven erkend. De wetgever heeft ingezien dat dit uiterst effectieve marketingmethoden zijn die in beginsel aan banden gelegd moeten worden
Lees de uitspraak hier.