Het jaartal 1912 bij de aanduiding van de Auteurswet te schrappen
Kamerstukken II 2007-2008, 31 248, nr. 2 en 3. Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Justitie (Reparatiewet II en III Justitie).
In dit wetsvoorstel wordt een aantal wetstechnische gebreken en leemten herstelt. Daarnaast worden een aantal wijzigingen van ondergeschikte aard aangebracht.
"De rechtbank te ’s-Gravenhage wordt, zoals in de Auteurswet bij geschillen over vergoedingen gebruikelijk, ook in eerste aanleg bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van geschillen over vergoedingen voor het overnemen van beschermd materiaal voor het onderwijs (artikel 16 van de Auteurswet) en vergoedingen voor reprografische verveelvoudigingen (artikel 16h van de Auteurswet)."
"Voorgesteld wordt het jaartal 1912 bij de aanduiding van de Auteurswet te schrappen. Die overbodige toevoeging wekt ten onrechte de indruk dat de wet in de loop der jaren niet veelvuldig aan technologische ontwikkelingen is aangepast. De Auteurswet is in het kader van de omzetting van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) geheel gemoderniseerd en aan de laatste technologische ontwikkelingen aangepast."
Lees hier het wetsvoorstel en hier de memorie van toelichting