Hoe zich dit verhoudt
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 7 december 2010, LJN: BP0790, Stichting Indian Film And Music (SIFAM) tegen Temptations Business Group B.V.
Auteursrecht. Gestelde inbreuk door verhandeling dvd’s met de Bollywoodfilm ‘Victory’. Aanhouding m.b.t. de vraag wie als auteursrechthebbende / producent van kan worden gekwalificeerd. Wel spoedeisend belang. Nederlands recht is in casu het toepasselijke recht.
4. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van SIFAM afgewezen op de grond dat onvoldoende is komen vast te staan dat Walkwater Media naar Nederlands dan wel Indiaas recht de (enige) producent is van de film en dat de auteursrechten op de film aan haar zijn overgedragen, zodat daarmee eveneens onvoldoende is komen vast te staan de daarop gebaseerde licentieverlening voor de exploitatie van de film aan KMI en de terzake verleende procesvolmacht aan SIFAM. Ter vaststelling daarvan zou nader onderzoek naar de (contractuele verkrijging van de) rechten naar Indiaas recht noodzakelijk zijn, waarvoor in kort geding geen plaats is. Voorts heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat onvoldoende is gebleken van een grootschalig voortdurend karakter van de gestelde inbreuk, zodat niet gesproken kan worden van een zodanig spoedeisend belang van SIFAM dat nader onderzoek in de bodemprocedure niet zou kunnen worden afgewacht.
Spoedeisend belang: 8. (…) Wat er zij van de door SIFAM weersproken stelling van Temptations dat zij slechts één exemplaar van de DVD-film in haar bezit heeft gehad, het hof is van oordeel dat SIFAM – gelet op de gestelde auteursrechtinbreuk, de kennelijke strafrechtelijke veroordeling van mevrouw D. van Temptations wegens de verhandeling van illegale DVD’s, én het ontbreken van een schriftelijke onthoudingsverklaring – voldoende spoedeisend belang heeft bij in ieder geval de gevraagde voorziening tot het staken en gestaakt houden van de verdere exploitatie van de DVD-film.
Auteursrechthebbende: 13. (…) De vermelding in deze documenten lijkt te duiden op een gezamenlijk producentschap van [betrokkene 1] en [betrokkene 2], terwijl de laatste kennelijk tevens regisseur is. Hoe zich dit verhoudt tot het in deze documenten genoemde ‘presenter’schap van de twee vermelde rechtspersonen is onduidelijk. Met de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat in deze documenten geen steun is te vinden voor de stelling van SIFAM dat Walkwater Media de enige producent van de film is.
14. Met betrekking tot de hiervoor al genoemde overeenkomst van 27 december 2008 [m.b.t. het producentschap – IEF] overweegt het hof dat voorshands onduidelijk is voor welke partijen de drie parafen per bladzijde zijn gezet en of de overeenkomst wel is ondertekend door alle partijen, nu bladzijde 16 van de overeenkomst ontbreekt. Alvorens verder te beslissen zal de zaak naar de rol worden verwezen, teneinde SIFAM in de gelegenheid te stellen bij akte de ontbrekende bladzijde 16 in het geding te brengen. SIFAM wordt verzocht in deze akte nader in te gaan op het overigens nog door Temptations gestelde aangaande de rechtsgeldigheid en authenticiteit van deze overeenkomst. Vervolgens zal Temptations in de gelegenheid zijn daarop bij antwoordakte te reageren.
Lees het arrest hier.