Gepubliceerd op dinsdag 9 januari 2024
IEF 21825
Hof Amsterdam ||
24 nov 2023
Hof Amsterdam 24 nov 2023, IEF 21825; (Eiser tegen Noordkaap TV Producties), https://delex.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-noordkaap-de-toekomstige-beelden-van-appellant-mag-uitzenden

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Hof bevestigt dat Noordkaap de toekomstige beelden van appellant mag uitzenden

Hof Amsterdam 24 november 2023, IEF 21825, IT 4452; (Appellant tegen Noordkaap TV Producties B.V.) Noordkaap TV Producties B.V. (hierna: Noordkaap) produceert het programma ‘Undercover in Nederland’. Appellant was eigenaar van een autorijschool die gespecialiseerd was voor mensen met rijangst en autisme. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis op 10 november 2023 geoordeeld dat Noordkaap de beeldopnames mag uitzenden [zie IEF 21822].

In deze zaak is appellant met meerdere grieven in hoger beroep gekomen tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 november 2023. In één van die grieven vordert appellant een verbod voor een toekomstige uitzending van het programma ‘Undercover in Nederland’. Volgens appellant volgt uit artikel 7 lid 2 Grondwet dat er geen voorafgaand toezicht is op de inhoud van radio- of televisie-uitzendingen. Echter, deze bepaling houdt niet in dat een uitzending, zoals ‘Undercover in Nederland’, niet mag worden uitgezonden. Als appellant voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de uitzending onherstelbare schade zal opleveren, dan kan een verbod op die uitzending van tevoren worden besloten. Voorts stelt appellant dat Noordkaap disproportioneel heeft gehandeld met het gebruik van een verborgen camera. Daarbij is er ook gebruik gemaakt van een valse identiteit. Volgens appellant kan er zelfs gedacht worden aan uitlokking. Het hof gaat hier niet in mee. Noordkaap heeft met het onherkenbaar maken van gezichten, het niet noemen van namen en woonplaatsen er juist voor gezorgd dat de herkenbaarheid van appellant wordt weggenomen. De vorderingen van appellant zullen op grond van het voorgaande worden afgewezen. Daarbij wordt appellant verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

4.2.  [X] vordert in dit geding verboden betreffende een toekomstige uitzending. Daarmee komt artikel 7 Grondwet in beeld, inhoudende (onder meer) in het eerste lid een bepaling die de vrijheid van meningsuiting vooropstelt en in het tweede lid de bepaling dat er geen voorafgaand toezicht is op de inhoud van radio- of televisie-uitzendingen. De toepasselijkheid van laatstgenoemde bepaling betekent niet per definitie dat een dergelijke uitzending niet van tevoren mag worden verboden. Als de onrechtmatigheid daarvan voldoende aannemelijk maakt is, kan, mits tevens voldoende aannemelijk is dat onherstelbare schade van de voorgenomen uitzending het gevolg zal zijn, een verbod op die uitzending vooraf worden uitgesproken.