Gepubliceerd op donderdag 24 april 2025
IEF 22663
Hof Arnhem-Leeuwarden ||
22 apr 2025
Hof Arnhem-Leeuwarden 22 apr 2025, IEF 22663; (Tracpartz tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-verzameling-van-productgegevens-door-tracpartz-geen-databank-vormt

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Guldemond Advocaten.

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 april 2025, IEF 22663, IT 4841 (Tracpartz tegen Snel Parts). Beide partijen zijn actief op de onderdelen markt voor mini-tractoren en verkopen hun goederen online via een webwinkel. Tracpartz trachtte het haar concurrent ervan te weerhouden zogenaamde technische compatibiliteitsinformatie over onderdelen van minitractoren te gebruiken. Tracpartz stelde dat zij exclusieve rechten had op deze gegevens, omdat ze naar eigen zeggen aanzienlijke investeringen had gedaan om ze te verzamelen. Ze noemde deze gegevens haar "bijzondere productinformatie" en was van mening dat dit databankrechtelijke bescherming geniet. Volgens Snel Parts draaide het hier niet om een beschermde databank, maar simpelweg om informatie die vrij beschikbaar is en waar elke concurrent gebruik van mag maken om klanten beter te bedienen. Het hof gaf Snel Parts gelijk. Belangrijk is de constatering dat databankbescherming alleen geldt als de investering specifiek gericht is op het creëren van een databank—dus op de opslag, controle en verwerking van gegevens—en niet op commerciële activiteiten zoals het verzamelen van productkennis voor verkoopdoeleinden. Het feit dat Tracpartz veel tijd en moeite besteedde aan het verkrijgen van technische informatie betekende nog niet dat zij een juridisch beschermde databank had. Daarnaast benadrukte het hof dat het overnemen van vrij beschikbare, feitelijke informatie door concurrenten in beginsel geoorloofd is, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals het omzeilen van technische beveiligingen, iets wat hier niet aan de orde was. De rechtbank had dit in eerste aanleg al helder vastgesteld en het hof bevestigde deze uitspraak [zie IEF 21882].

4.9 De investering kan bestaan uit menselijke, financiële of technische inspanningen of middelen, maar moet vanuit een kwantitatief of kwalitatief oogpunt substantieel zijn. De omstandigheid dat de samenstelling van een databank samenhangt met de uitoefening van de webwinkel sluit als zodanig niet uit dat Tracpartz voor de bescherming van haar databank aanspraak kan maken op de bescherming van de Databankenwee. Voorwaarde is wel dat Tracpartz aantoont dat de verkrijging, controle en presentatie van de cornptabiliteitsgegevens in haar databank in kwantitatief dan wel kwalitatief opzicht een substantiële investering heeft gevergd, los van de middelen die zij voor het creëren van deze gegevens heeft aangewend, zoals de salariskosten van haar medewerkers die in het kader van de webwinkel de orders verwerkten en daarbij bijhielden welke onderdelen pasten op welke tractor.

4.10 Ook in hoger beroep toont Tracpartz deze substantiële investering niet aan. Wat betreft het verkrijgen van de gegevens stelt zij slechts dat zij regelmatig naar Japan is gereisd en daar met moeite informatie uit oude catalogi en dergelijke heeft verzameld, maar een concrete onderbouwing van de daarmee gemoeide investeringen (zoals reis- en verblijfkosten) heeft zij niet gegeven. In dit opzicht heeft zij niet voldaan aan haar stelplicht. Dit geldt ook voor de tijd en moeite die zij stelt te hebben besteed aan de vertaling van de oorspronkelijk Japanse productinformatie. Enige specificatie van die inspanningen en de daarmee gemoeide kosten ontbreken.