Gepubliceerd op woensdag 19 juli 2023
IEF 21573
HvJ EU ||
25 mei 2023
HvJ EU 25 mei 2023, IEF 21573; ECLI:EU:C:2023:424 (AKM tegen Canal+ Luxembourg Sàrl c.s.), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-oordeelt-over-toestemming-voor-satellietpakketten

HvJ EU oordeelt over toestemming voor satellietpakketten

HvJ EU 25 mei 2023, IEF 21573, IEF-Be 3680, ECLI:EU:C:2023:424 (AKM tegen Canal+ Luxembourg Sàrl c.s.) In deze zaak heeft het Hof van Justitie antwoord gegeven op een prejudiciële vraag van de hoogste Oostenrijkse rechter. Canal+ faciliteert toegang tot programma’s middels streamingdiensten die per satelliet worden gecodeerd. Enkele van deze programma’s zijn tegen betaling toegankelijk, andere programma’s zijn gratis ter beschikking gesteld. AKM, een belangenbehartiger van muziekrechthebbenden, heeft hier geen toestemming voor gegeven en vordert staking van de exploitatie. De vraag die behandeld wordt, luidt: 'of de aanbieder van satellietpakketten toestemming van de betrokken houders van auteurs- en naburige rechten voor de mededeling aan het publiek, op dezelfde manier als deze aan de betrokken omroeporganisatie is verleend, moet verkrijgen voor enkel de lidstaat waar de programmadragende signalen worden ingevoerd in de mededelingenketen die naar de satelliet loopt.'

Het Hof van Justitie stelt dat ‘in het geval dat een aanbieder van satellietpakketten toestemming van de betrokken houders van auteursrechten en naburige rechten moet verkrijgen voor de mededeling aan het publiek per satelliet waaraan hij meewerkt, deze toestemming, net als die welke aan de betrokken omroeporganisatie is verleend, enkel moet worden verkregen in de lidstaat waar de programmadragende signalen worden ingevoerd in de mededelingenketen die naar de satelliet loopt.’ De reden hiervoor is dat er in dit geval sprake is van een ononderbroken mededelingenketen, waarop één lidstatelijk rechtsstelsel van toepassing is. Daarbij wordt terugverwezen naar de eerdere zaak Airfield en Canal Digitaal. Een mededeling die per satelliet aan het publiek wordt gedaan, wordt geacht enkel plaats te vinden in de lidstaat waar de programmadragende signalen worden ingevoerd in de mededelingenketen naar de satelliet. Het zou tegen de doelstellingen van het Unierecht ingaan als een aanbieder van satellietpakketten ook in andere lidstaten toestemming van de betrokkenen zou moeten verkrijgen, nu het doel is om te voorkomen dat op één uitzendingshandeling het recht van verschillende landen wordt toegepast. Het zou rechtsonzekerheid opleveren als de aanbieder van satellietpakketten niet weet welk recht van toepassing is op de uitzending en de daarvoor benodigde toestemming.

30 Blijkens de bewoordingen van artikel 1, lid 2, onder b), van richtlijn 93/83 en de structuur van dat artikel 1, lid 2, onder a) tot en met c), volgt dat in het geval dat een aanbieder van satellietpakketten gehouden is toestemming van de betrokken houders van auteursrechten en naburige rechten te verkrijgen voor de mededeling aan het publiek per satelliet waaraan hij meewerkt, deze toestemming, net als die welke aan de betrokken omroeporganisatie is verleend, enkel moet worden verkregen in de lidstaat waar de programmadragende signalen worden ingevoerd in de mededelingenketen die naar de satelliet loopt.

35 Artikel 1, lid 2, onder b), van richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel moet aldus worden uitgelegd dat in het geval dat een aanbieder van satellietpakketten toestemming van de betrokken houders van auteursrechten en naburige rechten moet verkrijgen voor de mededeling aan het publiek per satelliet waaraan hij meewerkt, deze toestemming, net als die welke aan de betrokken omroeporganisatie is verleend, enkel moet worden verkregen in de lidstaat waar de programmadragende signalen worden ingevoerd in de mededelingenketen die naar de satelliet loopt.

Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht:

Artikel 1, lid 2, onder b), van richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel

moet aldus worden uitgelegd dat

in het geval dat een aanbieder van satellietpakketten toestemming van de betrokken houders van auteursrechten en naburige rechten moet verkrijgen voor de mededeling aan het publiek per satelliet waaraan hij meewerkt, deze toestemming, net als die welke aan de betrokken omroeporganisatie is verleend, enkel moet worden verkregen in de lidstaat waar de programmadragende signalen worden ingevoerd in de mededelingenketen die naar de satelliet loopt.