12 sep 2019
IE-klassieker: Cofemel
HvJ EU 12 september 2019, IEF 22386, ECLI:EU:C:2019:721 (Cofemel) [IEF 18680]
Onderwerp:
Auteursrecht op design.
Feiten:
G-Star beschuldigt Cofemel ervan inbreuk te maken op het auteursrecht van G-Star door jeans, sweatshirts en T-shirts te verkopen die namaak vormen op de modellen van G-Star.
Rechtsregel (rechtsoverweging 30 en 56):
Modellen, zoals kledingmodellen, genieten alleen auteursrechtelijke bescherming als zij voldoen aan de vereisten voor auteursrechtelijke werken, namelijk originaliteit en een objectieve uitdrukkingsvorm. Een enkel esthetisch effect is niet voldoende om aan deze vereisten te voldoen.
30. Wat dit eerste element betreft, volgt uit vaste rechtspraak van het Hof dat het, om een voorwerp als oorspronkelijk te kunnen beschouwen, zowel noodzakelijk als voldoende is dat dit voorwerp een intellectuele schepping van de auteur is die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzen van die auteur bij de totstandkoming ervan (zie in die zin arresten van 1 december 2011, Painer, C‑145/10, EU:C:2011:798, punten 88, 89 en 94, en 7 augustus 2018, Renckhoff, C‑161/17, EU:C:2018:634, punt 14).
56. Gelet op het voorgaande moet op de eerste vraag worden geantwoord dat artikel 2, onder a), van richtlijn 2001/29 aldus moet worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling die aan modellen zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde kledingmodellen auteursrechtelijke bescherming verleent op grond dat zij, afgezien van het utilitaire doel dat ze nastreven, een eigen, vanuit esthetisch oogpunt opvallend visueel effect opwekken.