Gepubliceerd op woensdag 18 april 2018
IEF 17623
Rechtbank Overijssel ||
23 mrt 2018
Rechtbank Overijssel 23 mrt 2018, IEF 17623; ECLI:NL:RBOVE:2018:1242 (SolidNature-RevealRox tegen X), https://delex.nl/artikelen/in-het-bezit-zijn-van-telefoonlijst-betekent-nog-niet-dat-x-mede-verantwoordelijk-is-voor-verspreidi

In het bezit zijn van telefoonlijst, betekent nog niet dat X (mede)verantwoordelijk is voor verspreiding van Quote-artikel

Vrz. Rechtbank Overijssel 23 maart 2018, IEF 17623; ECLI:NL:RBOVE:2018:1242 (SolidNature-RevealRox tegen X) Lastercampagne. Art. 843a Rv. Bewijsbeslag. Bij verstekvonnis zijn Twitter en Wordpress veroordeeld tot verwijdering van de GABME-berichtgeving [IEF 17436] . De voorzieningenrechter van beveelt Your Hosting B.V. tot het ontoegankelijk maken van de website www.gabme.org en het verstrekken van gegevens van de domeinhouder [IEF 17452]. De voorzieningenrechter heeft in het vonnis voorshands geoordeeld dat de website onderdeel is van een constructie met een onrechtmatig karakter. Er waren echter geen aanknopingspunten om aan te nemen dat Quote op onrechtmatige wijze ongefundeerde ernstige beschuldigingen zou gaan publiceren [IEF 17604]. Er is, met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank conservatoir bewijsbeslag gelegd, ten laste van [X] en A vordert om aan de gerechtsdeurwaarder (Groot & Evers) en DigiJuris toestemming te verlenen afschriften van de Beslagen Bescheiden aan hen te verstrekken. Beoordeeld moet worden of een redelijk vermoeden van onrechtmatig handelen (constructie van de anonieme GABME) kan worden afgeleid. Er zijn geen aanknopingspunten waarmee enig verband tussen X en de publicatie van de GABME-berichten kan worden gelegd. De vordering wordt afgewezen. Dat X in het bezit was van de telefoonlijst van SolidNature impliceert nog niet dat die gegevens zijn doorgespeeld aan Quote, laat staan dat X (mede)verantwoordelijk is voor de verspreiding van het Quote-artikel.

4.4. De voorzieningenrechter is voorlopig van oordeel dat de door [A c.s.] gestelde feiten en omstandigheden geen aanknopingspunten bevatten waarmee enig direct verband kan worden gelegd tussen [X] en de publicatie van de GABME-berichtgeving op de website www.gabme.org en de verzendingen van verschillende e-mailberichten onder de naam [E 2] . Aan [A c.s.] kan worden toegegeven dat de verstandhouding tussen [X] en [A c.s.] kort voor de start van de berichtgeving verstoord is geraakt en dat [X] het zijne denkt van de handel en wandel van [A] , [B] en hun ondernemingen, maar dat betekent nog niet dat [X] ook verantwoordelijk is voor of betrokken is bij de opstelling en verspreiding (via de website www.gabme.org) van het GABME-rapport en/of het versturen van de e-mailberichten onder de naam [E 2] . Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft hij ook uitdrukkelijk ontkend dat hij hier iets mee te maken heeft. [X] heeft een eigen lezing over het gesprek dat hij met de heer [E 1] heeft gehad en heeft gemotiveerd betwist dat de enige is die gedetailleerde kennis heeft over de auto’s en woningen van [A] . Daarom, en bij gebreke van enige andere directe aanwijzing, kan niet worden gezegd dat een redelijk vermoeden bestaat dat [X] (mede) achter (de constructie van de anonieme) GABME- en [E 2] berichtgeving zit.
4.5. De heimelijke opnames en met name de video-opname van 19 januari 2018 maken het oordeel van de voorzieningenrechter niet anders. Uit de opname van 19 januari 2018 komt naar voren dat [X] en [C] elkaar ontmoeten en het onder meer hebben gehad over het nog te verschijnen artikel in Quote magazine. [X] lijkt enthousiast te reageren. Maar zoals hiervoor al is overwogen, is er geen enkele aanwijzing dat [X] die verspreiding ook daadwerkelijk op zich heeft genomen onder de naam [E 2] en daaraan de negatieve berichtgeving als weergegeven onder 2.14 heeft toegevoegd.
4.6. Ter terechtzitting heeft [A c.s.] erop gewezen dat Quote voor haar artikel van 20 februari 2018 vele (voormalige) klanten, relaties en werknemers heeft benaderd. Volgens [A c.s.] kon Quote aan die informatie komen via [X] , omdat [X] een telefoonlijst van het personeel van SolidNature heeft gevraagd en heeft gekregen. De voorzieningenrechter overweegt dat uit productie 38 van [A c.s.] weliswaar kan blijken dat [X] begin oktober 2017 (dus ruimschoots voor de aanvang van de GABME-berichtgeving) in het bezit was van een (deel van de) telefoonlijst van SolidNature, maar dat impliceert nog niet dat [X] die gegevens heeft doorgespeeld aan Quote, laat staan dat hij dus (mede)verantwoordelijk is voor de verspreiding van het Quote-artikel onder de naam [E 2] .
4.7. De slotsom is dat de vordering in conventie gelet op het voorgaande zal worden afgewezen. Dat andere opties om te achterhalen wie er achter de berichtgeving zit wellicht zijn uitgeput c.q. niets opleveren, betekent niet dat het door [A c.s.] gestelde vermoeden dat [X] c.s. daar (mede)verantwoordelijk voor is – welk vermoeden in feite berust op de aanname dat de door [A c.s.] verzamelde aanwijzingen niet slechts toeval kunnen zijn – voldoende is om afgifte van de Beslagen Bescheiden op de voet van artikel 843a Rv in dit kort geding te rechtvaardigen.