Gepubliceerd op woensdag 8 juni 2022
IEF 20761
Rechtbank Rotterdam ||
13 apr 2022
Rechtbank Rotterdam 13 apr 2022, IEF 20761; ECLI:NL:RBROT:2022:4395 (Kcap tegen Eindhoven Airport), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrecht-door-uitbreiding-bagagehal

Inbreuk op auteursrecht door uitbreiding bagagehal

Rb. Rotterdam 13 april 2022, IEF 20761; ECLI:NL:RBROT:2022:4395 (Kcap tegen Eindhoven Airport) Kcap en gedaagde zijn beide architectenbureaus die samen verscheidene ontwerpen hebben gerealiseerd voor de uitbouw van Eindhoven Airport. Tussen partijen zijn verscheidene contracten gesloten, waaronder een samenwerkingscontract tussen Kcap en gedaagde. Aldus Kcap zou gedaagde in strijd met de overeenkomst handelen, door zonder haar in opdracht van Eindhoven Airport gebouwen te ontwerpen. Ook stelt Kcap dat haar naam zou moeten worden vermeld bij de ontwerpen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat er daarnaast geen verplichting was tot naamsvermelding op grond van de samenwerkingsovereenkomst. Ten aanzien van de gebouwde bagagehal heeft Kcap wel een recht op naamsvermelding en leidt de uitbreiding van de hal tot auteursrechtelijke inbreuk. Tot slot concludeert de rechtbank dat Eindhoven Airport tekort is geschoten ten aanzien van de verbintenissen die voortvloeien uit de overeenkomst 'opdracht 2011'.

4.31. Deze tekst staat in een overeenkomst tussen EA en Constellation, die de rechtsverhouding tussen die partijen regelt; niet de rechtsverhouding tussen de leden van Constellation onderling. De vraag of [naam gedaagde] zich wel op deze bepaling kan beroepen in haar relatie tot Kcap kan in het midden blijven, gezien het navolgende.

De tekst biedt geen steun aan de uitleg van EA en [naam gedaagde]. De zin die ziet op de afstand bij voorbaat bevat een voorwaarde. Die (opschortende) voorwaarde is het niet slagen van EA in haar inspanningsverplichting om “u” (d.w.z. Constellation en/of haar leden) te betrekken bij vervolgopdrachten. Voor het geval dat niet lukt, doet men afstand tegenover EA. Als EA een onvoorwaardelijke afstand van recht en/of licentie wilde had het voor de hand gelegen dat zij dat had opgeschreven. Dat is niet gebeurd. EA heeft onvoldoende gesteld om ervan uit te gaan dat zij toch redelijkerwijs mocht aannemen dat Kcap onvoorwaardelijk afstand van haar recht deed en/of een onvoorwaardelijke licentie verleende. EA voert aan dat zij ten tijde van het verlenen van de Opdracht 2002 nog niet wist of, zo ja, wanneer de diverse delen van het ontwerp zouden worden gerealiseerd en dat het voor haar van belang was zeker te stellen dat zij later niet gebonden zou zijn aan de (combinatie van) ontwerpers van het groeimodel. [naam gedaagde] bevestigt dat zij dit destijds zo heeft begrepen. De wens van EA om met anderen te kunnen samenwerken brengt op zich echter geen afstand van auteursrecht, of de noodzaak daartoe, met zich mee. Voorts gaat het er niet om wat [naam gedaagde] begreep, maar wat Kcap begreep althans wat EA redelijkerwijs mocht aannemen dat Kcap begreep.

4.38. Zoals hiervoor is overwogen, staat vast dat Kcap geen toestemming heeft gegeven aan [gedaagden] voor het verveelvoudigen en openbaarmaken in de Bagagehal. Daaruit vloeit voort dat EA hiermee tevens – zoals Kcap stelt - tekort geschoten is in de nakoming van de verplichtingen die voor haar voortvloeien uit de Opdracht 2011. EA heeft niet betwist dat tot die verplichtingen behoort de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Kcap voor die verveelvoudiging en openbaarmaking, en dat er een vergoedingsplicht geldt bij hergebruik. De rechtbank verwerpt de in dit verband opgeworpen stelling dat van herhaling van een advies als bedoeld in artikel 48 DNR 2005 of hergebruik van een ontwerp alleen sprake is als het op een andere locatie gebeurt. Dat blijkt immers niet uit de DNR 2005 en een redelijke uitleg van die bepaling brengt dat ook niet mee. Onderbouwing van de stelling dat deze bepaling in de praktijk zo wordt begrepen ontbreekt. Dat de tekortkoming toerekenbaar is, is niet betwist en staat daarom vast.

Hetzelfde geldt ten aanzien van het niet vermelden van de naam van Kcap in verband met de Bagagehal. Kcap stelt terecht dat EA ook op dit punt tekort is geschoten in de verbintenis tot naamsvermelding die voortvloeit uit de diverse contractuele voorwaarden