Inbreuk op auteursrecht op SM-zweep waarvan het grove en zware karakter ter zitting is gebleken
Korte noot van Dirk Visser bij Rechtbank Rotterdam 18 augustus 2021, [IEF 20150] (Slagwerk / O-Products).
In deze zaak over auteursrecht op SM-zwepen komen interessante auteursrechtelijke kwesties aan de orde. Naamsvermelding levert een bewijsvermoeden van makerschap op (art. 4 Aw), ook als het niet de ware naam van de feitelijke maker is. Een opdrachtgever kan slechts op grond van art. 6 Aw rechthebbende zijn als het ontwerp van hem afkomstig is, niet als hij alleen maar wat wijzigingen laat aanbrengen in een bestaand model. Het opdrachtgeversmodellenauteursrecht van art. 3.8 lid 2 jo. 3.29 BVIE is alleen van toepassing als de opdrachtgever de modellen zelf op industriële schaal gaat produceren, niet als hij ze alleen maar bestelt.
Verder blijkt het belang van het ter zitting tonen van oudere modellen van derden om de oorspronkelijkheid van het eisend model te betwisten. Laat men dat na, dan moet de rechtbank afgaan op afbeeldingen en als die dan niet duidelijk zijn dan wordt dit verweer uiteraard gepasseerd. Zoals zo vaak, is er weer een combinatie van elementen die in oudere producten niet terug te vinden zijn, waardoor er sprake blijkt van een auteursrechtelijk beschermd werk waarop inbreuk wordt gemaakt. Eén van die kenmerken van de eisende SM-zweep van de firma Slagwerk is volgens de rechtbank blijkens ov. 4.7 “het grove zware karakter (dat ter zitting ook is gebleken)”.
Deze uitspraak zal ook worden besproken tijdens de Leiden Law Lunch IE. (Deelname voor (fulltime) leden van de rechterlijke macht, (fulltime) wetenschappers, (fulltime) studenten ingeschreven aan een universiteit in Nederland of België is gratis).