30 apr 2020
Inbreuk op auteursrecht via ip-adres
Vzr. Rechtbank Den Haag 30 april 2020, IEF 19184, IT 3127; ECLI:NL:RBDHA:2020:3980 (Dish Network tegen WorldStream) Kort geding. Vordering verstrekken gegevens door gedaagde als serverprovider van klanten die via IP-adressen inbreuk maken op auteursrechten van eiseres. Eiseres Dish Network is een aanbieder van betaalde televisie in de Verenigde Staten. Zij levert auteursrechtelijke beschermde programmering aan miljoenen abonnees in het hele land. Gedaagde WorldStream is een in 2014 opgerichte internet service provider. Zij levert wereldwijd onbeheerde hosting diensten, hardware en het besturingssysteem, aan haar klanten.
Artikel 843a Rv is o.b.v. artikel 10:3 Rv toepasselijk omdat dit een bepaling is van formeel procesrecht. Aan de vereisten van artikel 843a Rv is ten dele voldaan, alleen zijn de gevorderde gegevens te onbepaald in omvang en tijd. Slechts de NAW-gegevens plus e-mailadressen en KVK-nummers (m.b.t. ondernemingen) hoeven te worden verstrekt en alleen voor de tijdspanne waarin (vooralsnog) vaststaat dat via de IP-adressen van gedaagde inbreuk is gemaakt op de (naar voorlopig oordeel aangenomen) auteursrechten van eiseres. Aan de vereisten onder de AVG is eveneens voldaan. De verplichting tot verstrekking van de gegevens aan de Amerikaanse eiseres kan worden gebaseerd op de uitzondering van artikel 49 onder e AVG.
4.16.
Ook het betoog dat het IP-adres [IP-adres 2] niet op het door WorldStream overgelegde IP-historie overzicht van het domein https://nasa-iptv.com voorkomt (GP02), wordt gepasseerd. Dish Network heeft immers een ViewDNS overzicht in het geding gebracht waarop het IP-adres wel staat. Dat dat overzicht niet van waarde zou zijn omdat gezocht zou zijn op het domein nasaiptv.com (in plaats van nasa-iptv.com dus met koppelteken) geldt dan net zo goed voor de productie van WorldStream omdat het domein daar ook zonder koppelteken wordt vermeld. Belangrijker is dat door WorldStream niet is betwist dat de toegang tot de Beschermde Content wordt verleend door min of meer gelijktijdige werking van de authentication server (die de gebruikersnaam en het wachtwoord van de gebruiker controleert) en de video content server die de Beschermde Content levert. Nu uit het rapport volgt dat de video content servers met de IP adressen [IP-adres 3] en [IP-adres 4] op de voornoemde data de Beschermde Content hebben geleverd en uit het rapport volgt dat de bijbehorende authentication server het IP-adres [IP-adres 2] had, is vooralsnog voldoende aannemelijk dat dit IP-adres door WorldStream is uitgegeven aan een vermeend inbreukmaker. Dat geldt temeer nu WorldStream niet heeft betwist dat zij dit IP-adres heeft uitgegeven en dat dit IP-adres door haar is geblokkeerd op 19 november 2019.
4.21.
Naar voorlopig oordeel dient deze afweging in het voordeel van Dish Network uit te vallen. Daarbij gaat de voorzieningenrechter voorbij aan het betoog van WorldStream dat de belangen van haar klanten zwaarder moeten wegen omdat Dish Network niet heeft onderbouwd hoe zij de rechten van de klanten van Dish Network zal waarborgen en/of wat de schade behelst, wat de hoogte van die schade is en wat dit per individuele klant gaat betekenen en/of welke actie(s) Dish Network daarbij zal inzetten. Dish Network heeft voldoende gesteld waaruit blijkt dat de desbetreffende klanten WorldStream achter de specifieke IP-adressen op de genoemde tijdstippen (vergelijk r.o. 4.14) grootschalige inbreuk maken op haar auteursrechten, waarbij zij tevens - onbetwist - heeft gesteld dat de schade ten gevolge van deze inbreuken groot is. Daarnaast heeft zij aangegeven deze vermeende inbreukmakers in rechte te willen aanspreken en deze schade te willen verhalen. In deze specifieke omstandigheden is dit voldoende om de weegschaal richting Dish Network te laten uitslaan. Zoals Dish Network terecht opmerkt, gaan de grondrechten van klanten van WorldStream niet zover dat zij met een beroep op die rechten anoniem inbreuk zouden mogen maken op de exclusieve rechten van Dish Network. De wijze waarop Dish Network de rechten van de klanten van WorldStream zal waarborgen, is in het kader van de onderhavige belangenafweging niet aan de orde, nu Dish Network een buitenlandse organisatie is in de zin van hoofdstuk V. Daarvoor gelden nadere vereisten die de voorzieningenrechter hieronder zal bespreken.