DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 1 augustus 2023
IEF 21593
||
28 jul 2023
28 jul 2023, IEF 21593; ECLI:NL:RBOVE:2023:2999 (eiser tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-handelsnaam-van-eiser

Inbreuk op handelsnaam van eiser

Rechtbank Overijssel 28 juli 2023, IEF 21593, ECLI:NL:RBOVE:2023:2999 (eiser tegen gedaagde) Eiser voert een onderneming die zich bezighoudt met advisering en ondersteuning op het gebied van informatietechnologie. Eiser heeft de domeinnaam [website 1] geregistreerd. De eenmanszaak van gedaagde exploiteert een in Enter gevestigde onderneming die zich bezighoudt met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software. Gedaagde heeft de domeinnaam [website 2]  geregistreerd. Volgens eiser maakt gedaagde inbreuk op haar handels- en domeinnaam. Zij vordert derhalve gedaagde te gebieden ieder gebruik van de handelsnaam te staken en gestaakt te houden, alsmede het offline halen en offline houden van de website die gekoppeld is aan de domeinnaam. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat de beide ondernemingen onvoldoende soortgelijk zijn om tot verwarring te leiden en dat dit wordt ondersteund door verschillen in specialisaties en marktsegmenten.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de handelsnamen vrijwel identiek zijn. De handelsnamen bevatten dezelfde woorden. De enige verschillen zijn een liggend streepje in de handelsnaam van gedaagde en hoofdletters in de handelsnaam van eiser. Visueel zijn de handelsnamen vrijwel geheel identiek, de auditieve overeenstemming is nog groter en begripsmatig stemmen ze ook in grote mate overeen. Daarnaast oordeelt de voorzieningenrechter dat de aard van de ondernemingen in overwegende mate overeenkomt. Verder staat vast dat beide partijen zich profileren op internet door middel van hun website en dat zij allebei landelijk actief zijn. Gelet op de sterke overeenstemming tussen de handelsnamen, de aard van de dienstverlening van beide ondernemingen en het feit dat beide ondernemingen landelijk actief zijn, is verwarringsgevaar tussen de ondernemingen van partijen te duchten. De vorderingen worden toegewezen. Eiser heeft ook een rectificatie gevorderd, maar deze wordt afgewezen, omdat eiser niet geheel heeft onderbouwd waarom zij een spoedeisend belang heeft bij deze rectificatie.

5.10. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de handelsnamen van partijen vrijwel identiek zijn door de in beide handelsnamen voorkomende woorden “[term]” en “[term]”. De enige geringe verschillen zijn de hoofdletters in de naam van [eiser] en het liggend streepje tussen beide woorden in de handelsnaam van [gedaagde]. Vanuit auditief oogpunt zijn de handelsnamen vrijwel geheel identiek. Hierbij gelden de geringe verschillen die gelden bij de visuele overeenstemming namelijk niet, aangezien het liggend streepje niet wordt uitgesproken. Ter zitting heeft [gedaagde] weliswaar verklaard dat ‘[term]’ in de door hem gevoerde handelsnaam als woord moet worden uitgesproken, en dus niet als een afkorting, zoals bij [eiser] wel het geval is, maar dat weet iemand die onbekend is met het bedrijf van [gedaagde] niet. Dit doet dus aan het voorgaande dus niet af. Vanuit auditief opzicht is de overeenstemming tussen de handelsnamen dus nog sterker dan vanuit visueel opzicht. Begripsmatig stemmen de handelsnamen ook in grote mate overeen, omdat zij beide het woord “[term]” bevatten en het als algemeen bekend mag worden aangenomen dat die afkorting staat voor informatietechnologie.