Gepubliceerd op vrijdag 9 juni 2017
IEF 16852
Rechtbank Den Haag ||
22 mrt 2017
Rechtbank Den Haag 22 mrt 2017, IEF 16852; ECLI:NL:RBDHA:2017:2822 (Kwekersrecht heesters), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-kwekersrecht-door-natuurlijk-vermeerderd-materiaal-te-stekken-en-uit-te-planten

Inbreuk op kwekersrecht door natuurlijk vermeerderd materiaal te stekken en uit te planten

Rechtbank Den Haag 22 maart 2017, IEF 16852; ECLI:NL:RBDHA:2017:2822 (Kwekersrecht heesters) Inbreuk op kwekersrecht. Vaststelling passende vergoeding. Eiseres heeft een kwekersrecht en heeft aan gedaagde 13.200 planten a €0,50 verkocht. Omdat gedaagde een nieuwe bedrijfslocatie had aangekocht, wilde hij de planten verplaatsen. Hij wilde 4000 meter aanplanten op de nieuwe locatie voor €0,50 per meter en de planten van het oude perceel na de bloei verwijderen. Eiseres heeft aan gedaagde een licentie verleend om een gespecificeerd areaal te beplanten met een bepaalde hoeveelheid aan haar verkocht teeltmateriaal. Eiseres stelt dat gedaagde inbreuk maakt op het kwekersrecht nu zij het ras heeft vermeerderd door stekken te maken en uit te planten, waarmee zij een veel groter areaal dan overeengekomen heeft beplant. Gedaagde heeft inbreuk gemaakt op het kwekersrecht door natuurlijk vermeerderd materiaal te stekken en uit te planten, in plaats van dat materiaal te vernietigen. Hij heeft daarmee onrechtmatig gehandeld jegens eiseres. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een passende vergoeding.

4.2. Partijen houdt in de eerste plaats verdeeld of [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het kwekersrecht door eigen vermeerderingsmateriaal te gebruiken. Het verweer van [gedaagde] dat zij geen inbreuk maakt, omdat, kort gezegd, de planten zichzelf vermeerderen, wordt verworpen. De houder van een communautair kwekersrecht heeft het uitsluitend recht om, voor zover hier van belang, alle materiaal van het beschermde ras voort te brengen of te vermenigvuldigen (kort gezegd, te vermeerderen); de houder kan aan derden toestemming verlenen om die handelingen te verrichten en aan die toestemming voorwaarden en beperkingen verbinden (artikel 13 leden 1 en 2 GKVo). Uit de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarbij behorende voorwaarden blijkt dat aan [gedaagde] uitsluitend toestemming is verleend tot het verrichten van bloemteelthandelingen ten behoeve van de productie van snijbloemen met betrekking tot een gespecificeerd aantal planten. Vermeerderen, waaronder begrepen natuurlijke vermeerdering wanneer dat materiaal wordt gebruikt voor andere doeleinden dan de productie van snijbloemen, is uitdrukkelijk niet toegestaan (licentievoorwaarden 1.7, 1.8, 2.1 en 2.2). Aangezien de vermeerdering niet onder licentie is geschied, maakt [gedaagde] naar het oordeel van de rechtbank inbreuk op het kwekersrecht. Dit geldt te meer nu [gedaagde] ten aanzien van het natuurlijk vermeerderde materiaal, aanvullende vermeerderingshandelingen heeft verricht door te stekken en vervolgens uit te planten, zoals onder meer blijkt uit de e-mail namens [gedaagde] aan [eiseres] van 7 juni 2016 (zie 2.17): “(…) heeft [de heer A] stek gemaakt en het perceel aangeplant” (onderstreping rechtbank). [gedaagde] wist bovendien dat het gebruik van zelf vermeerderd materiaal als teeltmateriaal niet onder de licentie viel. Voor het ongeoorloofd gebruik van zelf vermeerderde planten in 2012 en 2013 was immers achteraf een vergoeding aan [eiseres] betaald.
De conclusie van het voorgaande is dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het kwekersrecht door natuurlijk vermeerderd materiaal te stekken en uit te planten, in plaats van dat materiaal te vernietigen. Hij heeft daarmee onrechtmatig gehandeld jegens [eiseres] .