Gepubliceerd op woensdag 18 juni 2014
Incident ingetrokken met referte ten aanzien van proceskosten
Rechtbank Den Haag 11 juni 2014, IEF 13952 (Regeneron tegen Merus)
Tussenvonnis. Incident. Biofarmaceutica. Gedaagde partij, Merus, heeft het incident ingetrokken met referte ten aanzien van de proceskosten in het incident. De rechtbank houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan.
De beoordeling in het incident
2.3. Merus heeft het incident op de rol van 14 mei 2014 ingetrokken met referte ten aanzien van de proceskosten in het incident. Merus heeft daarbij verzocht de proceskostenveroordeling te reserveren tot aan het eindvonnis. Zij heeft voorts aangegeven dat zij er de voorkeur aan geeft om schriftelijk door te procederen, zodat zij verzoekt de hoofdzaak op de rol te plaatsen voor een conclusie van repliek in conventie en conclusie van antwoord in reconventie. Regeneron heeft op de rol van 28 mei 2014 bezwaar gemaakt tegen het verzoek van Merus en dit bezwaar gemotiveerd met de stelling dat zij niet heeft
ingestemd met kennisname door de rechtbank van het bericht van Merus. Zij vermeldt evenwel dat ook zij meent dat de zaak niet geschikt is voor comparitie.
2.4. Gelet op de intrekking van de vordering in het incident door Merus, zal in het incident slechts een beslissing dienen te worden genomen over de proceskosten. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
3. De hoofdzaak
3.1. De rechtbank is voorts van oordeel dat het nemen van conclusies van re- en dupliek noodzakelijk is voor een goede instructie van de zaak. De procedure zal daarom worden verwezen naar de rol van 23 juli 2014 voor conclusie van repliek in conventie tevens houdende antwoord in reconventie aan de zijde van Regeneron.