27 dec 2016
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam, Van Kaam.
Informatie over het telemarketinggesprek, dat volgens Pretium niet authentiek is, valt onder de journalistieke bronbescherming
Hof Den Haag 27 december 2016, IEF 16493 (Pretium tegen Avrotros) Mediarecht. In een uitzending van Radar op 6 oktober 2014 is aandacht besteed aan de niet-naleving van het schriftelijkheidsvereiste van art. 6:230v lid 6 BW door Pretium. De uitzending ving aan met een 6,5 minuut durend telemarketinggesprek. Ook werd aandacht besteed aan klachten van gedupeerden over Pretium. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Pretium afgewezen [IEF 15167]. Dit wordt in beroep bevestigd. Het hof is van oordeel dat het AVROTROS vrij staat de invulling van het schriftelijkheidsvereiste door Pretium kritisch te belichten. Het staat AVROTROS vrij om ook aandacht te besteden aan meer algemene klachten over Pretium aangezien die de noodzaak voor de invoering van het schriftelijkheidsvereiste illustreren. Pretium beschikt niet over bepaalde informatie over het telemarketinggesprek en voert aan dat deze niet authentiek zou zijn. AVROTROS heeft terecht gewezen op het belang van journalistieke bronbescherming en heeft daarmee een gegronde reden om hierover geen informatie te verschaffen. Met betrekking tot wederhoor wordt door het hof overwogen dat AVROTROS niet verplicht was alle elementen die zij in de uitzending gebruikt afzonderlijk voor te leggen aan Pretium noch Pretium de gelegenheid te geven onderzoek te doen. AVROTROS heeft Pretium voldoende gelegenheid geboden te reageren op de essentie van de uitzending. De kern van die reactie is voldoende duidelijk in de uitzending getoond.
Leestips: 4.9, 4.13, 4.20 en 4.31.