2 aug 2023
Uitspraak ingezonden door Lotte Rutgers, Leeway.
Initiatief tot het namaken van inbreukmakende producten leidt tot afwijzing vordering
Rechtbank Gelderland 2 augustus 2023, IEF 21599; C/05/390218 en C/05/398445 (Royal Tableware Group tegen Koffiebranderij Beukenhorst, en tegen Baten Promotion) In het tussenvonnis van 28 september 2022 in deze zaak (zie IEF 21049), waarin de rechter vast stelde dat de modelrechten op espressokopjes kwamen te vervallen, heeft Royal Tableware de gelegenheid gekregen om zich bij akte verder uit te laten over de ingeroepen modelrechten en de door haar gevorderde schade. In haar antwoordakte handhaaft Beukenhorst de stelling dat alle inbreukmakende kopjes zijn vernietigd. De rechtbank blijft echter bij het oordeel dat er onvoldoende onderbouwd is dat de inbreukmakende producten zijn vernietigd. Bij de begroting van de geleden schade neemt de rechtbank alleen de gederfde winst mee en wordt er geen aanleiding gezien om ook schadevergoeding vanwege verlies aan exclusiviteit toe te wijzen.
In de vrijwaring vordert Beukenhorst schadevergoeding jegens Baten, met als grondslag de feitelijke stelling dat Baten Beukenhorst zou hebben verzekerd dat de koffiekopjes geen inbreuk maakten op enig recht van een derde. Baten voert aan dat zij onderzoek hebben gedaan naar de rechten die rusten op de kopjes en deze resultaten hebben gedeeld, maar dat dit niet betekende dat Beukenhorst dit moest opvatten als een garantie. De rechtbank volgt het verweer van Baten en oordeelt dat Beukenhorst onvoldoende bewezen heeft dat er een garantie is gegeven met betrekking tot de rechten op de kopjes. De resultaten van het onderzoek van Baten zijn geen deskundig advies en verder zijn er geen mededelingen gedaan over eventuele auteursrechten. Het initiatief tot namaking van de koffiekopjes lag bij Beukenhorst en dus was het haar verantwoordelijkheid om te onderzoeken of er rechten op rustten. Zij heeeft nagelaten om deskundig advies in te winnen, wat voor haar eigen rekening komt. De vorderingen van Beukenhorst jegens Baten zullen worden afgewezen.
2.22. De rechtbank oordeelt in dit verband als volgt. Het is aan Beukenhorst om te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat tussen partijen is overeengekomen dat Baten heeft gegarandeerd dat de kopjes geen inbreuk maakten op de rechten van derden. Beukenhorst verwijst in dit verband naar e-mailcorrespondentie die tussen Beukenhorst en Baten is gevoerd op 31 mei en 11 juni 2021 (producties B7 en B 8 bij de conclusie van antwoord in de hoofdzaak van Beukenhorst), bijna vier jaar nadat de betreffende kopjes door Beukenhorst van Baten zijn gekocht. Beukenhorst heeft niet uitgelegd waarom zij meent dat uit deze e-mailwisseling blijkt dat Baten haar een garantie heeft gegeven met betrekking tot de rechten op de betreffende kopjes. De rechtbank kan het bestaan van een dergelijke afspraak ook niet uit de e-mails afleiden. In het licht van de gemotiveerde betwisting op dit punt van de zijde van Baten, heeft Beukenhorst haar stelling onvoldoende onderbouwd en daarom onvoldoende gesteld. Daar komt bij dat Baten geen bijzondere deskundigheid heeft op het terrein van intellectuele eigendomsrechten. Voor zover zij enige mededelingen heeft gedaan over het al dan niet bestaan van modelrechten op de koffiekopjes, heeft Beukenhorst dat niet mogen opvatten als een deskundig advies waarop Beukenhorst mocht vertrouwen. Bovendien heeft Baten geen mededelingen gedaan over eventuele auteursrechten op de kopjes.