Is de heffing voor voetbal in de kroeg te hoog?
Bijdrage ingezonden door Maarten Russchen, Russchen Advocatuur. Videma int aanzienlijke bedragen bij horecagelegenheden voor vertoning van het WK voetbal 2014. De FIFA is auteursrechthebbende op de filmbeelden die tijdens het WK worden gemaakt. FIFA heeft een speciaal reglement opgesteld (FIFA Regulations For Public Viewing Events 2014) waarin staat vermeld dat voor niet commerciële vertoning van de beelden geen vergoeding zal worden geheven. Expliciet staat in die regeling dat vertoning in de kroeg als niet-commerciële vertoning wordt gezien:
For the avoidance of doubt, Public Viewing Events in “commercial establishments”, such as pubs, clubs and bars, are considered Non-Commercial Public Viewing Events unless further commercial activities, such as direct or indirect admission fees or sponsorship activities, take place in relation to their public viewing activities. As such, and provided that such events do not fall under the definition of a Special Non-Commercial Public Viewing Event below, no licence is required, although these FIFA Regulations still apply.
De NOS zendt de filmbeelden van het WK uit met commentaar en maakt daarbij een voor- en nabeschouwing. Kroegen die de beelden willen uitzenden kunnen bij Videma een licentie aanvragen. Omdat de hoofdbestanddeel van bestaat uit de door FIFA vrijgegeven beelden, vraag ik me af of de door Videma berekende vergoeding passend is. In het Premier League arrest (over decoders) overweegt het HvJ :
108 Vastgesteld moet evenwel worden dat een dergelijk specifiek voorwerp de betrokken rechthebbenden niet de mogelijkheid garandeert om de hoogst mogelijke vergoeding te vragen. Overeenkomstig dat voorwerp is er ten aanzien van hen slechts sprake – zoals blijkt uit punt 10 van de considerans van de richtlijn auteursrecht en punt 5 van de considerans van de richtlijn naburige rechten – van een passende beloning voor elk gebruik van beschermd materiaal.
109 Om passend te zijn moet een dergelijke beloning in een redelijke verhouding tot de economische waarde van de geleverde prestatie staan. Zij moet in het bijzonder in een redelijke verhouding staan tot het daadwerkelijke of potentiële aantal personen dat daar gebruik van maakt of wil maken (zie naar analogie arresten van 22 september 1998, FDV, C‑61/97, Jurispr. blz. I‑5171, punt 15, en 11 december 2008, Kanal 5 en TV 4, C‑52/07, Jurispr. blz. I‑9275, punten 36‑38).
Omdat de FIFA als auteursrechthebbende juist uitdrukkelijk heeft aangegeven niet te heffen voor vertonging van de beelden in kroegen, is de economische waarde van het vertonen van de TV uitzendingen in de kroeg mijns inziens fors beperkt, hetgeen zijn weerslag zou moeten hebben in de tarieven van Videma.
Overigens, de naburige rechten van de omroep zijn hier niet in het geding. Artikel 8 lid 1 sub d WNR bepaalt dat het recht om toestemming te verlenen voor openbaarmaking van programma’s alleen van toepassing is wanneer entree wordt geheven, wat doorgaans niet het geval is.