Kaal (de bodem)
Rechtbank ’s-Gravenhage, 24 oktober 2007, HA ZA 06-88, Dharma Productions Private Ltd. c.s tegen Singh Kainth c.s.
Tussenvonnis in bodemprocedure (gestart voor de Handhavingsrichtlijn). Auteursrecht op filmwerk. Vervolg op eerder verbod op dit eerdere kort geding vonnis. Eisers krijgen bewijsopdracht.
Eisers, Dharma Productions en Sewnarain stellen respectievelijk auteursrechthebbende en licentiehouder te zijn van de in India gemaakte film ‘Kaal’. Bindra en Sing Kainth exploiteren videotheken in Den Haag. Eiser Sewnarain heeft een brief verzonden waarin hij de videotheken en Sing Kainth heeft beschuldigd van illegale verkoop van DVD’s de film Kaal (‘Duisternis’).
De rechtbank is van mening dat er onvoldoende is gesteld en geen duidelijke motivering wordt gegeven waarom er sprake zou zijn van vereenzelviging van vader en zoon Sing Kainth, die zich op een website onder de handelsnaam KMI Music Bank presenteerden. De vader is niet aansprakelijk voor de handelingen die de zoon worden verweten. Aangezien de vader zelf stelt geen banden te hebben met de in de brief genoemde bedrijven is die brief niet onrechtmatig jegens hem.
Gedaagde Bindra bestrijdt o.a. dat eisers rechthebbenden zijn. Eisers zullen de dvd en de bij Bindra gekochte dvd in het geding brengen. Zij krijgen de opdracht te bewijzen dat zij rechthebbenden zijn.
“De stellingen van Bindra komen er - mede gezien de door haar overgelegde verklaringen - op neer dat zij uitsluitend dvd's van de film Kaal heeft verhuurd en verkocht die met toestemming van eisers op de markt zijn gebracht. Deze dvd's hebben naar zij stelt een Engelse ondertiteling. Bindra bestrijdt dat bij haar dvd's van de film met Franse ondertiteling zijn gekocht of dat zij deze zou hebben verhuurd. De rechtbank begrijpt dat Bindra niet weerspreekt dat eisers geen toestemming hebben gegeven voor het in het verkeer brengen van dergelijke kopieën van de film.
Gezien de betwisting van Bindra dienen eisers te bewijzen dat Bindra dvd's van de film met Franse ondertiteling heeft verkocht of verhuurd.”
Zoon Singh Kainth is volgens zijn stelling niet gesommeerd en wordt niet in de dagvaarding genoemd. Daarom moeten de vorderingen volgens hem worden afgewezen. Omdat uit zijn overig gevoerde verweer duidelijk blijkt dat hij de dagvaarding zo heeft begrepen dat hem verweten wordt dat hij illegale kopieen van de film heeft verkocht of verhuurd, passeert de rechtbank dit verweer.
Eisers krijgen een bewijsopdracht.