Kale frames
Vzr. Rechtbank Alkmaar, 3 juni 2010, KG ZA 10-134, Jess Meubeldesign B.V. tegen gedaagde (met dank aan Michiel Rijsdijk, Arnold + Siedsma).
Slaafse nabootsing. Meubels. Geschil tussen voorheen samenwerkende familieleden over meubelmodellen. Vorderingen afgewezen. Geringe beschermingsomvang en voldoende afstand. Stoelen eiser hebben geen “zodanig eigen karakter dat gevaar voor verwarring spoedig kan worden aangenomen.” De aankleding van de aangekochte, niet ongebruikelijke, kale frames wijkt voldoende af om gevaar voor verwarring alsnog aannemelijk te maken. Geen oneerlijke concurrentie. Afbeeldingen bij vonnis.
4.2 Tussen partijen staat nier ter discussie dat het in de branche gebruikelijk is om de verschillende onderdelen van de onderhavige stoelen zoals de kale frames, de: rugleuning en de zitting in te kopen en daarmee zelf een stoel (model) samen te stellen. Ter zitting is voldoende komen vast te staan dat soortgelijke stoelmodellen als waar het in deze procedure om gaat, door verschillende bedrijven op de markt gebracht worden, waarbij het onderscheid telkens uitsluitend wordt gemaakt hetzij door de wijze van stofferen, hetzij door de vorm en/of lengte en/of de hoogte van de rugleuning, de armleuning of de zitting hetzij door de vorm van de stoelpoten. Om te beoordelen of de nabootsing van de stoelen onrechtmatig is, is in de eerste plaats noodzakelijk dat aannemelijk is dat de stoelmodellen van Jess een eigen plaats op de markt innemen en aldus voldoende onderscheidend vermogen bezitten ten opzichte van de andere stoelen die op diezelfde markt worden aangeboden om gevaar voor verwarring te kunnen veroorzaken. Nu ter zitting voldoende aannemelijk is gemaakt dat er nog een aantal andere bedrijven is dat nagenoeg dezelfde stoelmodellen op de markt brengt als waar het in deze zaak om gaat, wordt geoordeeld dat onvoldoende is komen vast te staan dat de stoelmodellen van Jess een zodanig eigen karakter hebben dat gevaar voor verwarring spoedig kan worden aangenomen.
4,3 Aan de hand van de door gedaagden getoonde stoelmodellen, waarbij naast hun eigen model telkens het model van Jess en nog van een derde getoond werd, heeft de voorzieningenrechter het volgende kunnen vaststellen.
Cheetah/Luca: 4.3.1 (…) De diversiteit kan bij dit model voornamelijk worden aangebracht door de wijze van stofferen, de vorm, de lengte en de hoogte van de rugleuning en de vorm en lengte van de zitting. (…) Gelet op deze constateringen wordt geoordeeld dat gedaagden bij het vervaardigen van het door hen op de markt gebrachte stoelmodel voldoende zijn afgeweken van het model van eiseressen op de punten waar dat mogelijk was zonder afbreuk te doen aan de functionaliteit van de stoel. Het stichten van gevaar voor verwarring acht de voorzieningenrechter dan ook, gelet op de geringe beschermingsomvang, niet aannemelijk.
Blokx/Bari: 4.3.2 (…) Ook voor dit stoeimodel geldt dat, gelet op de geconstateerde verschillen, gedaagden bij het vervaardigen van het door hen op de markt gebrachte stoelmodel voldoende van het model van eiseressen zijn afgeweken op de punten waar dat mogelijk was zonder afbreuk te doen aan de functionaliteit van de stoel. Het stichten van gevaar voor verwarring acht de voorzieningenrechter ook bij deze stoelen, gelet op de geringe beschermingsomvang, niet aannemelijk.
Bari/Riva: 4.3.3 (…) Gelet op deze geconstateerde verschillen wordt ook ten aanzien van dit model geoordeeld dat gedaagden, waar mogelijk, voldoende zijn afgeweken van het model van eiseressen en dat van gevaar voor verwarring geen sprake is.
4.4 Uit het vorenstaande volgt dat er geoordeeld wordt dat er geen sprake is van slaafse nabootsing. (…) Dat er mogelijk verwarringgevaar bestaat doordat (…) onder zijn eigen naam zaken doet en (…) als zijn vertegenwoordiger/agent optreedt, maakt deze beoordeling niet anders, maar is een gevolg van de familiebanden die tussen partijen bestaan.
Lees het vonnis hier.