Gepubliceerd op dinsdag 9 mei 2023
IEF 21406
Rechtbank Midden-Nederland ||
1 mrt 2023
Rechtbank Midden-Nederland 1 mrt 2023, IEF 21406; ECLI:NL:RBMNE:2023:985 (Organisaties tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/kantonrechter-oordeelt-over-mededeling-aan-publiek-in-kapperszaak

Kantonrechter oordeelt over 'mededeling aan publiek' in kapperszaak

Rechtbank Midden-Nederland 1 maart 2023, IEF 21406; ECLI:NL:RBMNE:2023:985 (Organisaties tegen gedaagde) De kantonrechter heeft zich uitgesproken over de 'mededeling aan het publiek' in de zin van de Auteursrechtrichtlijn. De eisers in deze zaken zijn Buma en Sena, de enige organisaties in Nederland die belast zijn met het innen van vergoedingen voor het openbaar gebruik van auteursrechtelijk beschermde muziekwerken. De gedaagde is de eigenaar van een kapperszaak waar vermoedelijk muziek is afgespeeld zonder toestemming.

Een relatiemanager van Buma en Sena heeft de kapperszaak bezocht en heeft geconstateerd dat er via een bluetooth speaker muziek openbaar werd gemaakt, die behoorde tot het repetoire van Buma en Sena. De organisaties hebben daarna een factuur gestuurd naar de kapperszaak vanwege het gebruik van de muziek zonder toestemming. De eigenaar heeft betwist dat er muziek werd afgespeeld en is van mening dat hij daarom niet hoeft te betalen.

De gedaagde voert aan dat hij in 2021 een licentieovereenkomst heeft gesloten met een streamingdienst, waardoor hij gerechtigd zou zijn om muziek openbaar af te spelen. Daarnaast voert de eigenaar aan dat er niet gesproken kan worden van 'openbaarmaking van muziek', omdat de muziek alleen hoorbaar was in de wachtruimte en er slechts een aantal mensen aanwezig waren. Volgens hem kan er daarom geen sprake zijn van een 'mededeling aan het publiek', die een inbreuk op het auteursrecht kan opleveren.

De kantonrechter oordeelt echter dat de gedaagde te weinig heeft aangevoerd om tot de conclusie te komen dat er in de kapperszaak muziek te horen was voor een te klein publiek (de-minimus drempel). De stelling dat er geen sprake zou zijn van een 'mededeling aan het publiek' slaagt daarom niet.

De kantonrechter wijst de vorderingen van Buma en Sena toe.

3.8. In zijn conclusie van dupliek heeft [gedaagde sub 2] zich tot slot nog verweerd met de stelling dat niet gesproken kan worden van een openbaarmaking van muziek als bedoeld in artikel 12 Aw, omdat er sprake is van een kleine wachtruimte in de kapperszaak, waar zich zelden mensen bevinden. [gedaagde sub 2] heeft daarbij verwezen naar de uitspraak over de “wachtruimte van een tandartspraktijk” waarin is geoordeeld dat er vanwege de beperkte groep mensen geen sprake was van een “mededeling aan het publiek”.

3.9. De kantonrechter begrijpt dit verweer van [gedaagde sub 2] zo, dat hij stelt dat er alleen muziek hoorbaar is in de wachtruimte van de kapperszaak en dat daar slechts een beperkt aantal mensen aanwezig is. Hij verwijst naar het arrest van het Hof van Justitie van 15 maart 2012 in de zaak van SCF tegen Del Corso (C-135/10, ECLI:EU:C:2012:140) en vindt dat er geen sprake is van auteursrechtelijke inbreuk, omdat er niet gesproken kan worden van een “mededeling aan het publiek” in de zin van de Auteursrechtrichtlijn: de luisteraars van de muziek in de wachtruimte betreffen immers een te kleine groep.

3.10. De kantonrechter volgt [gedaagde sub 2] ook niet in dit verweer. Allereerst valt op dat [gedaagde sub 2] zich er kennelijk op beroept dat de muziek uitsluitend wordt afgedraaid en hoorbaar is in de wachtruimte van de kapperszaak. Hij heeft echter op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat en hoe dat mogelijk is. De kantonrechter gaat er vanuit dat de wachtruimte een onderdeel is van de totale ruimte. Dat er sprake is van een aparte wachtruimte, afgescheiden van de rest van de kapperszaak, bijvoorbeeld door muren, is namelijk niet gesteld of gebleken. In het rapport van de relatiemanager is daar niets over vermeld en het ligt ook niet voor de hand. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat kapperszaken, anders dan bijvoorbeeld tandartspraktijken, meestal geen eigen, aparte wachtruimte hebben. Zonder nadere toelichting is dan niet te begrijpen hoe de muziek alleen hoorbaar zou kunnen zijn in de wachtruimte en niet in de rest van de kapperszaak.