2 aug 2023
Uitspraak ingezonden Bert Gravendeel, Fruytier.
Kermisattractie geen auteursrechtelijk beschermd werk
Rechtbank Rotterdam 2 augustus 2023, IEF 21600; ECLI:NL:RBROT:2023:7706 (KMG tegen VDB c.s.) Kermis- en Machinebouw Gaasendam Europe B.V. (hierna: KMG) houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en verkoop van kermisattracties. VBD c.s. exploiteert kermisattracties, amusements- en speelautomaten. Twee van de gedaagden zijn vennoten van VBD c.s. KMG heeft een kermisattractie genaamd 'Freak Out' in verschillende kleurenstellingen op de markt gebracht, waaronder blauw-wit. Het octrooi dat KMG op de 'Freak Out' had, is in 2011 voor het Nederlandse deel vervallen. In 2021 heeft VDB een soortgelijke schommelattractie in eigendom gehad, genaamd de 'Royal King'.
KMG vordert in de hoofdzaak primair om VDB c.s. te bevelen om iedere inbreuk op KMG's auteursrecht op de 'Freak Out' in de EU te staken, subsidiair om VDB c.s. te bevelen om het exploiteren en openbaar maken van iedere onrechtmatige slaafse nabootsing van de 'Freak Out' te staken, de 'Royal King' daarbij inbegrepen.
Partijen twisten over de vraag of, en zo ja in hoeverre, aan de 'Freak Out' auteursrechtelijke bescherming toekomt en verwijzen naar een kort geding dat eerder werd gevoerd betreffende deze schommelattractie (zie IEF 15094). KMG stelt dat de 'Freak Out' als een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van art. 1 jo. art. 10 Aw aangemerkt dient te worden. De rechter stelt ter beoordeling hiervan een toetsingsmaatstaf op en refereert naar het Brompton arrest (zie IEF 19259), waaruit volgt dat ook een gebruiksvoorwerp dat deels door technische overwegingen is bepaald aan de werktoets dient te voldoen. Is er geen ruime voor creatieve keuzes, bijvoorbeeld door technische beperkingen, dan is er geen sprake van een werk. De rechtbank oordeelt in deze zaak dat er onvoldoende is toegelicht dat de vorm van de 'Freak Out' de werktoets doorstaat. KMG stelt dat er een alternatieve vormgeving bestaat voor attracties met dezelfde technische functie, maar alleen het feit dát er een keuzemogelijkheid is geeft geen doorslag in de vraag of er creatieve keuzes gemaakt zijn.
Voorts heeft KMG toegelicht dat zij niet het auteursrecht op alle mogelijke kleurvarianten claimt, maar enkel op de blauw-witte variant van de 'Freak Out'. Hierdoor ontstaat, aldus KMG, een overeenstemmende totaalindruk. VDB c.s. stellen zich op het standpunt dat het kleurpatroon banaal of triviaal is. De rechtbank is van oordeel dat het kleurpatroon van de 'Freak Out' wel een element is met een eigen persoonlijke karakter, en daarmee auteursrechtelijk relevant. Of het patroon auteursrechtelijke bescherming toekomt, laat de rechtbank in midden, gezien het feit dat de 'Royal King' voldoende in kleur afwijkt van de 'Freak Out'. Op grond van al het hierboven genoemde komt de rechtbank tot de conclusie dat er geen sprake is van een auteursrechtelijke relevante verveelvoudiging.
Subsidiair heeft KMG aan haar vorderingen onrechtmatig handelen door productie van een slaafse nabootsing ten grondslag gelegd. De rechtbank stelt, wat deze grondslag betreft, voorop dat het profiteren van onrechtmatig handelen van een ander niet per se onrechtmatig is, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Van bijzondere omstandigheden is hier geen sprake en dus worden de vorderingen op grond van onrechtmatig handelen ook afgewezen.
4.14. KMG stelt dat er alternatieve vornigeving bestaat voor attracties met dezelfde technische (opbouw en opberg)functie als de Freak Out, waarbij zij in het bijzonder op de Streetfighter wijst. Deze is hieronder afgebeeld. Echter, zoals hierboven is bverwogen in 4.10 geeft het bestaan van deze alternatieve vormgeving aan dat er keuzemogelijkheden zijn, maar dit is niet doorslaggevend voor de beoordeling van de factoren die juist de keuze van de maker van de Freak Out hebben beInvloed. Uit enkel de aanwezigheid van de Streetfighter kan dan ook niet de conclusie worden getrokken dat er ook daadwerkelijk creatieve keuzes zijn gemaakt bij het ontwerp van de Freak Out.