16 aug 2016
Kinderen benaderd met bijbelse brief d.m.v. neppe 'dino plaatjes'
Vz. RCC 16 augustus 2016, RB 2771 en IEF 16218; Dossiernr: 2016/00569 (Dinoplaatjes bijbelse brief) Vrijblijvend advies. Reclame-uiting. Onrechtmatige daad. Het betreft een brief die was gevoegd bij de kaartjes waarin onder meer staat: “We zijn erg dankbaar dat u wilt meewerken om een duidelijke, Bijbelse visie op dinosauriërs en de schepping bij kinderen te maken. De kaartjes kunt u uitdelen als u de Albert Heijn bezoekt en kinderen bij de uitgang u vragen of u dinoplaatjes heeft. Onderaan de brief prijst adverteerder zich aan als instituut op het terrein van het geloof.
De klacht: Het zoontje van klaagster kwam thuis met een envelop met valse dinoplaatjes die moesten doorgaan voor dinoplaatjes van de Albert Heijn. In de envelop zat een instructie om die plaatjes aan jonge kinderen uit te delen. Onder de vlag van een Albert Heijn actie worden kinderen bewust benaderd en gerekruteerd voor het geloof. Dit is een kwalijke zaak. De voorzitter acht het onaanvaardbaar om op deze wijze in de brief op te roepen tot een benadering van kinderen die in feite erop is gericht buiten hun ouders om een bepaald denkbeeld bij hen aan te prijzen.
Het oordeel van de voorzitter
6) De voorzitter acht het onaanvaardbaar om op deze wijze in de brief op te roepen tot een benadering van kinderen die in feite erop is gericht buiten hun ouders om een bepaald denkbeeld bij hen aan te prijzen. Adverteerder heeft daarmee de grenzen van het toelaatbare ruimschoots overschreden. Het moet ongepast worden geacht op deze heimelijke wijze kinderen te willen beïnvloeden. Dit geldt te meer nu dit gebeurt met gebruikmaking van een populaire landelijke actie van Albert Heijn die op kinderen is gericht. Kinderen aan wie de kaartjes worden uitgedeeld, zullen denken dat deze van Albert Heijn zijn of onderdeel zijn van de dino-actie van Albert Heijn. De inhoud van de begeleidende brief dient op grond van het voorgaande in strijd met artikel 2 NRC te worden geacht. u de kaartjes niet herkenbaar zijn als reclame en mede dienen als onderdeel van een aanprijzing van een denkbeeld, zijn de kaartjes in strijd met het bepaalde onder III Algemeen van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC) in verbinding met artikel 11 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de inhoud van de begeleidende brief in strijd met artikel 2 NRC. De voorzitter acht de kaartjes in strijd met het bepaalde onder III Algemeen KJC in verbinding met artikel 11 NRC. De voorzitter adviseert adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.Regeling:
NRC art. 11.1
NRC art. 2 (goede smaak en fatsoen)