17 jan 2018
Kopiëren database uitzendbureau VRTU is onrechtmatige daad toerekenbaar aan vennootschappen
Rechtbank Rotterdam 17 januari 2018, IEF 17460; ECLI:NL:RBROT:2018:491 (VRTU tegen gedaagden) Databankrecht. Werknemer en voormalig werknemer van uitzendbureau VRTU hebben de database met gegevens van kandidaten gekopieerd. Dit levert een onrechtmatige daad jegens VRTU op. Gedaagden hebben tenzamen twee holdingvennootschappen opgericht binnen de besloten vennootschap AJW Group. De onrechtmatige gedraging kan deze vennootschappen worden toegerekend, omdat de rechtbank uit het onderzoekrapport opmaakt dat zij beschikking hebben gehad over de database. Gedaagden worden veroordeeld tot vergoeding van de door VRTU als gevolg van het onrechtmatige handelen geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
2.8. Uit het onderzoeksrapport volgt dat op de computer van de partner van [gedaagde 1] , op twee verschillende plaatsen, een database met werknemers (back up home) is aangetroffen met 2071 rijen, waarvan 1958 rijen identiek zijn aan het door VRTU aangeleverde bestand. Uit dit rapport volgt voorts dat als onderdeel van de UBplus database van Paytra, gefilterd op vestiging AJ, een database met werknemers (werknemers ajw 25-11-15) is aangetroffen met 2253 rijen, waarvan er 2065 overeenkomen met het document back up home.
2.14. Doordat [gedaagde 1] zonder toestemming een door VRTU opgebouwde database met medewerkers en kandidaten heeft gekopieerd en meegenomen, kennelijk om deze te gebruiken om medewerkers en kandidaten te benaderen, en deze databases in handen van derden (in elk geval Paytra) heeft laten komen, heeft hij onrechtmatig jegens VRTU gehandeld. Immers heeft hij een inbreuk gemaakt op een recht van VRTU, althans heeft hij in strijd gehandeld met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Die onrechtmatige daad kan hem ook worden toegerekend. Deze is immers te wijten aan zijn schuld.
2.15. Ter zake het antwoord op de vraag of ook gedaagden sub 2 tot en met 5 onrechtmatig jegens VRTU hebben gehandeld, stelt de rechtbank het volgende voorop. [gedaagde 1] is sinds 3 september 2013 enig aandeelhouder en bestuurder van [gedaagde 2] Laatstgenoemde vennootschap heeft, eveneens op 3 september 2013, tezamen met twee andere persoonlijke holdingvennootschappen, te weten [holdingvennootschap] en [holdingvennootschap] , de besloten vennootschap AJW Group B.V. opgericht. Deze drie vennootschappen waren nadien (tot 16 oktober 2015) gezamenlijk bestuurder van AJW Group B.V. Laatstgenoemde vennootschap heeft, eveneens op 3 september 2013, op haar beurt AJW Technisch Uitzendbureau B.V. opgericht en is sindsdien enig aandeelhouder en bestuurder van deze vennootschap. Vanaf 16 oktober 2015 is Flexxcompany B.V. enig aandeelhouder van AJW Group B.V. en is [gedaagde 1] in dienst bij AJW Technisch Uitzendbureau B.V. Flexxcompany B.V. is tevens enig aandeelhouder van Paytra, een payrollbedrijf waarvan AJW Technisch Uitzendbureau B.V. reeds gebruik maakte toen [gedaagde 1] nog (indirect) bestuurder van deze vennootschap was (zie onder meer productie 12 bij dagvaarding).
2.16. Naar het oordeel van de rechtbank kan onder deze omstandigheden, waarbij geldt dat alle vennootschappen nauw met elkaar zijn verweven en [gedaagde 1] ten tijde van zijn onrechtmatige gedraging een belangrijke rol had binnen deze structuur van vennootschappen die gezamenlijk als uitzendbureau opereren ten behoeve waarvan [gedaagde 1] de database heeft gekopieerd en meegenomen, de onrechtmatige gedraging van [gedaagde 1] als gedraging van de vennootschappen worden aangemerkt. Dat de vennootschappen ook daadwerkelijk de beschikking hebben gehad over de database leidt de rechtbank af uit het onderzoekrapport en de gestelde en niet betwiste benaderingen van uitzendkrachten uit de database door “AJW Uitzendbureau”.
2.20. [gedaagden] zullen derhalve hoofdelijk worden veroordeeld tot vergoeding van de door VRTU als gevolg van het hiervoor beschreven onrechtmatige handelen van [gedaagden] geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Gelet hierop bestaat er geen belang bij de gevorderde verklaring voor recht. De verklaring voor recht zal derhalve om die reden niet worden toegewezen.