KRO hoeft Ryanair ruwe beelden interviews niet te overhandigen
Een redactionele bijdrage van Christien Wildeman, Kennedy Van der Laan.
KRO’s Brandpunt Reporter besteedde op 28 december 2012 en 3 januari 2013 aandacht aan de bedrijfscultuur van Ryanair en de mogelijke invloed daarvan op de veiligheid. Ryanair startte daarop een bodemprocedure, omdat zij meent dat Ryanair er in de uitzendingen ten onrechte openlijk van wordt beschuldigd de vliegveiligheid in gevaar te brengen door haar brandstofbeleid en door piloten ook te laten vliegen als ze ziek zijn. In de uitzendingen werden diverse betrokkenen geïnterviewd, onder wie een aantal anonieme Ryanair-piloten. Ryanair wilde via de rechter de beschikking krijgen over al het ruwe beeldmateriaal van die interviews, naar eigen zeggen omdat zij vermoedde dat de uitspraken van de geïnterviewden door de KRO uit de context zouden zijn gehaald.
In een tussenvonnis van 15 mei 2013 wijst de rechtbank Amsterdam deze vordering (ex artikel 843a Rv) van Ryanair af. De rechtbank heeft nog niet beslist over de (on)rechtmatigheid van de uitzendingen, daarover wordt verder geprocedeerd, maar Ryanair heeft volgens de rechtbank geen recht op het ruwe beeldmateriaal.
Om te beginnen stelt de rechtbank vast dat toewijzing van Ryanair’s vordering “volgens vaste rechtspraak een inmenging in de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 10 EVRM”.
Vervolgens maakt de rechtbank onderscheid tussen de herkenbaar in beeld gebrachte geïnterviewden en de anonieme piloten. Over die eerste groep stelt de rechtbank vast dat het vermoeden van Ryanair dat hun uitspraken uit de context zijn gehaald, wordt tegengesproken door de KRO ingebrachte verklaringen van de geïnterviewden. Daarom gaat de rechtbank niet mee in dat vermoeden van Ryanair.
Over de groep anonieme piloten oordeelt de rechtbank dat “de vordering tot afgifte van het ruwe beeldmateriaal ook strekt tot openbaarmaking van die journalistieke bronnen van de KRO”. Ryanair zou mogelijk op grond van dat ruwe materiaal de identiteit van haar werknemers kunnen achterhalen. Daarom acht de rechtbank grote terughoudendheid op zijn plaats. Een inbreuk op het recht op bronbescherming (dat voortvloeit uit artikel 10 EVRM) is volgens “vaste rechtspraak slechts gerechtvaardigd als een algemeen (of publiek) belang dat vereist”. Ryanair heeft niets gesteld waaruit zo’n algemeen belang kan worden afgeleid en de rechtbank oordeelt expliciet dat “haar eigen belang bij de bescherming van haar imago bij het grote publiek, daar niet onder [valt]”.
Tot slot weegt de rechtbank ook nog mee dat Ryanair andere mogelijkheden heeft om haar vermoeden dat de uitspraken uit de context zijn gehaald te staven (denk aan het horen van getuigen), waarbij – anders dan bij deze vordering tot afgifte – geen inbreuk hoeft te worden gemaakt op artikel 10 EVRM.
Zie in contrast met dit vonnis de – evident onjuiste – uitspraak inzake Pretium/TROS als gevolg waarvan de TROS uiteindelijk genoodzaakt was het ruwe beeldmateriaal aan Pretium te overhandigen (omdat de uitspraak waarin werd geoordeeld dat wel aan artikel 10 EVRM had moeten worden getoetst om formele redenen na verloop van tijd niet meer in de weg stond aan de plicht het materiaal te overhandigen).
De KRO wordt in deze procedure bijgestaan door Jens van den Brink en Emiel Jurjens.
Christien Wildeman
Op andere blogs:
Media Report, KRO hoeft Ryanair ruwe beelden interviews niet te overhandigen