Kwakzalvers
Hoge Raad, 15 mei 2009, LJN: BH1193, Vereniging Tegen De Kwakzalverij tegen Sickesz.
Onrechtmatige daad; vrijheid van meningsuiting (waarschuwing tegen kwakzalverij in publicaties van vereniging), botsende grondrechten; rechtmatigheid woordgebruik (“kwakzalver”); maatstaf; taalkundige kenbronnen.
3.4.3 (…) In het kader van het maatschappelijk debat, waarin de Vereniging c.s. zich klaarblijkelijk met hun publicaties wilden mengen, behoeven zij zich niet te laten weerhouden van het gebruik van het woord "kwakzalverij" en van het samenstellen en publiceren van lijsten met personen die zich volgens hen met "kwakzalverij" bezighouden in de daarbij door hen vermelde en toegelichte betekenis. Daarbij is in aanmerking te nemen dat de Vereniging c.s. blijkens de vaststellingen van het hof het grote publiek willen waarschuwen voor wat zij als kwakzalverij beschouwen, en dat zij zelf door de inhoud en context van hun publicaties geen onduidelijkheid laten bestaan over wat zij daarmee bedoelen. In dit verband beroepen zij zich terecht op de mede in art. 10 EVRM gewaarborgde vrijheid van meningsuiting. Bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het gebruik van het woord "kwakzalver" is het hof dan ook ten onrechte voorbijgegaan aan de specifieke betekenis die daaraan volgens de door de Vereniging c.s. gehanteerde definitie toekomt, te weten de meer neutrale betekenis, die ook in Van Dale is vermeld. De op het voorgaande gerichte klachten van onderdeel 2 zijn gegrond.
(…) 3.6 Op grond van het voorgaande kan het bestreden arrest niet in stand blijven. De overige onderdelen van het middel behoeven geen behandeling. Na verwijzing zal opnieuw moeten worden beoordeeld of de Vereniging c.s. onrechtmatig hebben gehandeld door Sickesz aan te duiden als kwakzalver, waarbij eventueel ook opnieuw aan de orde kan komen of grond bestaat voor persoonlijke aansprakelijkheid van [eiser 2].
Lees het arrest hier.