10 apr 2019
Kopieer citeerwijze ||
Hollandse Hoogte tegen X
Kwart meer schadevergoeding vanwege ontbreken auteursnaam bij foto
Ktr Rechtbank Midden-Nederland 10 april 2019, IEF 18412; ECLI:NL:RBMNE:2019:1499 (Hollandse Hoogte tegen X) Auteursrecht. Inbreuk. Foto anoniem tarieven. Hollandse Hoogte beheert en exploiteert auteursrechten van fotografen. Een van de foto’s uit de beeldbank van Hollandse Hoogte is door gedaagde zonder licentie of vermelding op zijn website geplaatst. Gedaagde is er door Hollandse Hoogte en Permission Machine BVBA op gewezen dat de foto auteursrechtelijke bescherming geniet. Hierna heeft gedaagde de foto verwijderd, maar niets betaald. Hollandse Hoogte vordert schadevergoeding en veroordeling in de proceskosten. Er is sprake van een inbreuk. Het feit dat gedaagde hiervan niet op de hoogte was doet hier niet aan af. Onbewust schenden van auteursrechten komt voor rekening en risico van gedaagde. Gedaagde moet schadevergoeding betalen aan de hand van de foto anoniem tarieven, met een 25% opslag omdat de naam van de auteur niet is vermeld. Als grotendeels in het ongelijk gestelde partij moet gedaagde de proceskosten vergoeden.
4.3. [gedaagde] heeft de foto zonder toestemming van Hollandse Hoogte en zonder naamsvermelding op zijn website openbaar gemaakt. Door zo te handelen heeft [gedaagde] inbreuk gemaakt op de hiervoor genoemde auteurs- en persoonlijkheidsrechten en daarmee onrechtmatig gehandeld. Dit maakt dat [gedaagde] schadeplichtig is jegens Hollandse Hoogte. Dat het gebruik van de foto op een vergissing berust, doet hier niet aan af. Ook het onbewust schenden van auteursrechten komt voor rekening en risico van de inbreukmaker. [gedaagde] had onderzoek behoren te doen naar de herkomst van de door hem op internet gevonden afbeelding en vervolgens toestemming moeten verkrijgen van de rechthebbende voor het gebruik van de foto. Dit heeft hij nagelaten.
4.4. Hollandse Hoogte heeft voldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat als gevolg van de geconstateerde inbreuk schade is geleden. De foto is opgenomen in een beeldbank en voor het gebruik daarvan op een website moet gewoonlijk een licentievergoeding worden betaald. Er is dus sprake van commercieel gebruik van de foto. Nu de schade niet exact is vast te stellen, zal de kantonrechter deze begroten op een wijze die het meest in overeenstemming is met de aard van de geleden schade. Uitgangspunt bij deze begroting is dat de auteursrechthebbende ten minste aanspraak kan maken op een schadevergoeding gelijk aan de licentievergoeding die verschuldigd zou zijn geweest, als er wel toestemming voor de verveelvoudiging was gevraagd. Dat [gedaagde] niet bereid zou zijn geweest om voor gebruik van de foto te betalen, maakt dit niet anders.
4.7. De kantonrechter acht het in dit geval redelijk om naast het bedrag aan gederfde licentievergoeding een opslag van 25% te hanteren als vergoeding voor geleden schade vanwege het ontbreken van de naamsvermelding. De kantonrechter ziet geen aanleiding om schadevergoeding toe te kennen wegens de door Hollandse Hoogte gestelde afbreuk aan het zelfbeschikkingsrecht oftewel het recht om zelf te bepalen waar, hoe en hoe lang de foto wordt gebruikt. Dit omdat aangenomen kan worden dat de waarde van de exclusiviteit van de foto is verdisconteerd in de licentievergoeding. Verder is de door [gedaagde] aangevoerde omstandigheid dat de afbeelding slechts door een beperkt aantal websitebezoekers kan zijn gezien, geen omstandigheid die kan leiden tot verlaging van de vergoeding. De door [gedaagde] te betalen vergoeding komt daarmee op € 173,44 exclusief btw.
4.9. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze procedure ziet op de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, zodat artikel 1019h Rv van toepassing is. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Hollandse Hoogte in redelijkheid tot dagvaarden kunnen overgaan, omdat [gedaagde] in het minnelijke traject niet tot betaling van enige schadevergoeding is overgegaan en ook geen concreet aanbod daartoe heeft gedaan. Bij de vaststelling van de redelijke en evenredige kosten ex artikel 1019h Rv gaat de kantonrechter uit van de door de rechtbank gehanteerde Indicatietarieven in IE-zaken, versie 1 april 2017. Nu het een eenvoudige inbreukkwestie betreft, met een beperkt feitencomplex en er geen uitgebreid inhoudelijk verweer is gevoerd, beschouwt de kantonrechter deze zaak als een zeer eenvoudige, niet bewerkelijke bodemzaak, waarvoor het liquidatietarief geldt.
Afbeelding CC-BY-SA Gmhogervorst.