Gepubliceerd op dinsdag 25 september 2007
IEF 4750
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

L’affare della Trattoria

Vaak zijn het de niet-juridische details van IE-zaken die een juridische zaak onder de meer algemene aandacht brengen: het systeem van de van werkelijke proceskosten is bijvoorbeeld bij derden waarschijnlijk minder bekend dan de pizza-affaire die er uit voortvloeide. In het advocatenblad van 7 september staan zelfs twee stukken over de affaire, een interview met Menno Heerma van Vos (Solv)  die een prijsvraag koppelde aan de geanonimiseerde advocaten en een column van Matthijs Kaaks (Boekx). Wie de advocaten waren zoekt u zelf maar uit, voor zover van belang, maar door te berichten over publiciteit die de affaire genereert, kan wel worden aangegeven dat de discussie over het systeem van de werkelijke proceskosten veelzijdiger is dan zij op het eerste oog lijkt. 

“Ik sprak mr. X in La  Trattoria Delitalia, niet  ver van zijn kantoor  aan de Zuidas van Amsterdam. Het etablissement heeft door  zijn toedoen enige bekendheid verkregen sinds mr. X voor de  Voorzieningenrechter in Den Bosch zijn lunchkosten vergoed  trachtte te krijgen van de wederpartij in een ‘recht-toe-rechtaan’  merkenzaakje (LJN: BB1252 rechtspraak.nl). Het nieuwe  proceskostenregime in IE-zaken maakt het mogelijk de volledige  kosten op de wederpartij te verhalen, mits deze ongelijk krijgt.  Mr. X diende daarom samen met kantoorgenoot Y een rekening in  van H 41.640,67, inclusief lunch dus, wat door de rechter ‘extreem  buitensporig’ werd geoordeeld. Sindsdien gaat mr. X anoniem door  het leven.”

Lees de column hier (publicatie met toestemming van de auteur).