Gepubliceerd op dinsdag 4 september 2012
IEF 11718
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Limo: afkorting van het woord ‘limonade’

Rechtbank Utrecht 22 augustus 2012, LJN BX5433 (Burg Groep B.V. tegen Vrumona B.V.)

Merkenrecht; het merk LIMO heeft geen onderscheidend vermogen voor limonadesiroop en wordt nietig verklaard op grond van artikel 2.28 lid 1 sub b BVIE.

Burg drijft een onderneming die zich onder meer bezig houdt met de productie van limonadesiropen. In februari 1990 heeft Burg het woordmerk LIMO gedeponeerd bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom voor waren in klasse 32. Vrumona brengt o.a. de frisdrank Sisi Fruit Limo op de markt en heeft voor iedere smaak een beeldmerk gedeponeerd (TROPICAL, ORANGE, STRAWBERRY).

Volgens Burg was het merk LIMO in 1990 nog geen soortnaam of gebruikelijke benaming voor limonadesiroop. De rechtbank stelt voorop dat het woord ‘limo’ moet worden beschouwd als een voor de hand liggende afkorting van het woord ‘limonade’. Het woord kan weliswaar eveneens worden gezien als afkorting voor het woord ‘limousine’, maar gelet op de aard van de waar ligt voor de hand dat de consument het woord als afkorting van het volledige woord in de eerste betekenis zal opvatten. Het woord limonade is beschrijvend voor de door Burg verkochte waar (siroop, aan te lengen met water). Er is geen sprake van onderscheidend vermogen verkregen door inburgering. De vordering wordt afgewezen en de reconventionele nietigverklaring van het woordmerk LIMO wordt toegewezen.

4.7.  Dit betekent dat in het onderhavige geval moet worden beoordeeld of de consument ten tijde van het deponeren van het merk LIMO in 1990 de door Burg onder het merk LIMO aangeboden waar zou hebben geïdentificeerd als afkomstig van een bepaalde onderneming.


4.8.  Volgens Burg was het merk LIMO in 1990 nog geen soortnaam of gebruikelijke benaming voor limonadesiroop. Voorts stelt zij dat zij al vele jaren, ook voorafgaande aan het depot, limonadesiropen onder de naam LIMO verkoopt en dat zij een aanzienlijk marktaandeel heeft in de markt van siropen, waardoor volgens haar moet worden aangenomen dat een aanzienlijk deel van het in aanmerking komende publiek het merk kent. Volgens Burg leent het teken LIMO zich voorts als ‘suggestive trademark’ dan wel als afkorting voor bescherming als merk, omdat het publiek bij het horen van het woord ‘limo’ niet direct de link legt met limonadesiroop, maar daarvoor een gedachtestap moet maken.


4.9.  De rechtbank stelt voorop dat het woord ‘limo’ moet worden beschouwd als een voor de hand liggende afkorting van het woord ‘limonade’. Het woord kan weliswaar eveneens worden gezien als afkorting voor het woord ‘limousine’, maar gelet op de aard van de waar ligt voor de hand dat de consument het woord als afkorting van het volledige woord in de eerste betekenis zal opvatten. Het woord limonade is beschrijvend voor de door Burg verkochte waar (siroop, aan te lengen met water). Nu het merk van Burg niet meer bevat dan de voor de hand liggende afkorting van het woord ‘limo’ zal de consument het merk LIMO niet zien als een aanduiding van de herkomst van de waar, maar als een beschrijving van de inhoud van de waar. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het merk LIMO zodanig beschrijvend is dat het ieder onderscheidend vermogen mist.

4.12.  Het onder 4.9 weergegeven oordeel had alleen anders kunnen uitvallen, indien voldoende onderbouwd zou zijn gesteld dat het merk LIMO door inburgering onderscheidend vermogen heeft verkregen. Voor inburgering moet komen vast te staan dat het werk door het gebruik onderscheidend vermogen heeft verworven in het taalgebied binnen de Benelux waarin een weigeringsgrond voor LIMO bestaat, waarbij moet worden beoordeeld of de betrokken kringen, althans een aanzienlijk deel daarvan, de betrokken waar of dienst op basis van het merk als van een bepaalde onderneming afkomstig identificeren (Hof van Justitie 7 september 2006, LJN:AZ2150 (Europolis). Naar het oordeel van de rechtbank heeft Burg onvoldoende gesteld om een dergelijke conclusie te rechtvaardigen. De enkele stelling dat Burg haar waren al jaren onder de naam LIMO verkoopt en een groot marktaandeel bezit, is daartoe onvoldoende, mede in het licht van de gemotiveerde betwisting daarvan door Vrumona en mede gelet op het feit dat Burg heeft erkend dat het gestelde onderscheidende vermogen zich tot Nederland beperkt, zodat in elk geval geen sprake is van inburgering in het gehele Nederlandstalige gedeelte van de Benelux.