Gepubliceerd op woensdag 27 december 2006
IEF 3126
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Mais

Rechtbank 's-Gravenhage 21 december 2006, Intramed tegen Micromais

Beslag naar aanleiding van een geschil over auteursrechten op programmatuur.

Intramed vordert opheffing van het door Micromais gelegde conservatoir beslag onder een 8-tal (maatschappen) fysiotherapeuten naar aanleiding van een uit 1997 stammend geschil over auteursrechten op programmatuur. De vordering is afgewezen.

Het auteursrechtelijke geschil gaat om het programma MAIS van Microcom, dat Micromais met toestemming van Microcom is gaan verhandelen en exploiteren, dat inbreuk zou maken op het programma FDS van Intramed waarop Intramed het auteursrecht heeft verkregen na overdracht door Microcom.

Art. 705 lid 2 Rv bepaald dat een beslag dient te worden opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Dit brengt mee dat degene die opheffing vordert, voldoende aannemelijk moet maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk is. Of het geëxecuteerde verbod van 6 mei 1998 op juiste gronden is gegeven en de vordering niet afgewezen had moeten worden om de reden dat MAIS na augustus 1992 geen verdere onderdelen uit FDS zijn overgenomen, ligt nog ter beslissing van de bodemrechter.

 

Het is niet aannemelijk dat de bodemrechter tot de conclusie zal komen dat wel degelijk verdere FDS onderdelen zijn toegevoegd aan MAIS en dat in dit stadium tot opheffing moet worden besloten. Ook de stelling dat dhr. Slee en dhr. De Boer naar eigen zeggen niet deskundig zijn op dat gebied en dat de bedoelde getuigen de broncodes van FDS en MAIS niet hebben gezien, doet daaraan niet af. Het feit dat sedert het vonnis van 26 april 1999 het bewijsrisico bij Micromais anders is komen te liggen, verandert daar ook niks aan. Bovendien heeft Intramed niet gesteld welke getuigen en/of stukken zij gaat voortbrengen om haar gelijk te bewijzen, noch is hier op andere wijze van gebleken. De bodemprocedure kan nog beide kanten uitgaan, zodat ingrijpen niet op zijn plaats is.

Tevens speelt bij dit oordeel mee dat Intramed desgevraagd ter zitting heeft herhaald geen zekerheid te willen stellen voor de aanzienlijke geldvordering van Micromais. Intramed heeft evenmin andere beslagobjecten willen noemen, zodat aan haar bezwaar dat de beslagen haar afnemers treffen en zulks onder haar klanten wordt rond bazuint, niet al te zwaarwegend moet worden beoordeeld. Dit geld tevens voor de door Intramed gestelde wanverhouding tussen de waarde van de beslagen en de gepretendeerde vordering. Er is geen sprake van misbruik van recht of vexatoire beslaglegging zoals Intramed heeft aangevoerd aangezien niet gesteld is op welke waardevoller goederen Micromais zich dan zou hebben moeten en kunnen verhalen. Ook hoefde Micromais op het moment van beslaglegging niet te weten dat de beslagen wellicht relatief lage bedragen zouden betreffen.

Lees hier het vonnis.