Gepubliceerd op maandag 6 juni 2016
IEF 15996
Hoge Raad ||
3 jun 2016
Hoge Raad 3 jun 2016, IEF 15996; ECLI:NL:HR:2016:1054 (ASOJ tegen Dahabshiil), https://delex.nl/artikelen/met-engeland-heeft-dahashiil-een-kennelijk-nauwere-band

Met Engeland heeft Dahashiil een kennelijk nauwere band

HR 3 juni 2016, IEF 15995; ECLI:NL:HR:2016:1054 (ASOJ tegen Dahabshiil )
IPR. Mediarecht. Zie eerder [Conclusie AG], Zie eerder IEF 14495; IEF 13874, IEF 12916 en IEF 12109. Toepasselijk recht op onrechtmatigheid van internetpublicaties. Als ‘land waar de schade zich voordoet’ uit art. 4 lid 1 Verordening Rome II in verbinding met 10:159 BW kan worden aangemerkt als het ‘centrum van de belangen’ van de gelaedeerde (eDate-arrest). Er is kennelijk een nauwere band met een ander land (lid 3), Engeland, omdat Dahabshiil aldaar is gevestigd en door toezichthoudende instanties aldaar wordt toegezien op haar activiteiten. Het beroep wordt verworpen.

3.10.2 Het HvJEU heeft in zijn arrest in de gevoegde zaken eDate en Martinez met betrekking tot het begrip ‘het centrum van de belangen’ als volgt overwogen:

“49.    De plaats waar een persoon het centrum van zijn belangen heeft is meestal zijn gewone verblijfplaats. Een persoon kan het centrum van zijn belangen echter ook hebben in een andere lidstaat waar hij niet gewoonlijk verblijft, voor zover uit andere aanwijzingen, zoals de uitoefening van een beroepsactiviteit, kan blijken dat hij een bijzonder nauwe band met die staat heeft.”

3.10.3. Het hof heeft vastgesteld dat Dahabshiil in Engeland is gevestigd en dat de toezichthoudende instanties aldaar toezien op haar activiteiten.
De daaraan door het hof verbonden gevolgtrekking dat het centrum van de belangen van Dahabshiil in Engeland is gelegen, geeft in het licht van het vorenstaande geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dit oordeel behoefde geen nadere motivering.