20 nov 2024
Uitspraak ingezonden door Marije van der Jagt, Griffiths Advocaten, en Thijs van Aerde, NautaDutilh.
Meta mogelijk schadeplichtig wegens tekortschietende licentieonderhandelingen met Pictoright
Rb. Amsterdam 20 november 2024, IEF 22394, IT 4683; ECLI:NL:RBAMS:2024:6885 (Pictoright tegen Meta). De Rechtbank Amsterdam beoordeelt in dit tussenvonnis de inspanningen van Meta om een licentieovereenkomst met Pictoright te sluiten. Pictoright, een auteursrechtenorganisatie die de rechten van visuele makers beheert, stelt dat Meta auteursrechten van haar leden schendt door hun werken zonder toestemming op Facebook en Instagram te exploiteren. Pictoright eist een verklaring voor recht dat Meta schadeplichtig is en een passende licentievergoeding moet betalen. De rechtbank concludeert dat zowel Facebook als Instagram kwalificeren als online diensten voor het delen van inhoud in de zin van artikel 29c Auteurswet (Aw). Deze platforms richten zich op het opslaan en toegankelijk maken van een grote hoeveelheid door gebruikers aangeboden werken van letterkunde, wetenschap of kunst voor het publiek. Hierbij ordenen en promoten zij deze werken met een winstoogmerk. Door deze kwalificatie moet de rechtbank bepalen of Meta zich naar beste vermogen heeft ingespannen om een licentieovereenkomst met Pictoright te sluiten. Meta stelt voor om de economische waarde van het Pictoright-repertoire vast te stellen via een Data Discovery-methode. Pictoright betwist echter de betrouwbaarheid van deze methode en weigert verdere medewerking.
De rechtbank oordeelt dat Meta's voorgestelde Data Discovery-methode onvoldoende transparant en controleerbaar is voor Pictoright. Pictoright krijgt geen inzicht in de werking van deze methode en moet handmatig onderzoek doen om de resultaten te verifiëren. Omdat de handmatige zoekresultaten van Pictoright afwijken van de resultaten van Meta’s tool, weigert Pictoright begrijpelijkerwijs verdere onderhandelingen. De rechtbank benadrukt dat een licentieovereenkomst moet aansluiten bij de economische waarde van het gebruik van de rechten in het handelsverkeer. Deze waarde moet billijk zijn en een redelijk evenwicht tussen beide partijen waarborgen. De rechtbank besluit daarom deskundigen in te schakelen om de geschiktheid en transparantie van Meta's methode te beoordelen. De rechtbank stelt dat Meta schadeplichtig kan zijn als blijkt dat zij zich niet naar beste vermogen heeft ingespannen om een licentieovereenkomst te sluiten. Totdat de deskundigen hun bevindingen rapporteren, houdt de rechtbank de beslissing over de schadevergoeding aan. De rechtbank verwijst de zaak naar de rol voor een akte van partijen en houdt verdere beslissingen aan. Meta moet haar methode nader toelichten, terwijl beide partijen commentaar mogen geven op de vragen die aan de deskundigen worden voorgelegd. Na het rapport van de deskundigen kunnen de partijen opnieuw onderhandelen over een licentieovereenkomst. Als deze onderhandelingen niet tot een oplossing leiden, zal de rechtbank zo nodig een eindvonnis wijzen.
7.29. Voor het geval dat de deskundige concludeert dat de methode die Meta wil gebruiken niet of maar ten dele geschikt is, zal de deskundige worden gevraagd wat wel een geschikt alternatief is. In die situatie zal de deskundige ook worden gevraagd of en zo ja op welke wijze een voorschot kan worden bepaald. In dat geval is immers de conclusie dat Meta zich niet naar beste vermogen heeft ingespannen om tot een licentieovereenkomst te komen en is zij – zoals uit het hiernavolgende blijkt – schadeplichtig jegens Pictoright. De vraag of Meta ook (een voorschot op) schade moet vergoeden indien de deskundige oordeelt dat Meta een op zich geschikte methode heeft voorgesteld zal de rechtbank aanhouden totdat de bevindingen van de deskundige bekend zijn.
7.32. Hierbij merkt de rechtbank op dat de rechtbank een licentievoorstel van Meta dat zou berusten op haar gegevens, maar waarvan Pictoright de betrouwbaarheid niet kan vaststellen, niet zal beschouwen als een aanbod dat billijk is en een redelijk evenwicht tussen beide partijen bewaart. Zo’n aanbod kan dus niet leiden tot een licentieovereenkomst die een passende vergoeding biedt voor de makers van de werken van het Pictoright-repertoire.