20 nov 2020
Mijlpaalarrest: Staat tegen Den Ouden
HR 20 november 1987, IEF 19231; ECLI:NL:HR:1987:AD0056 (Staat tegen Den Ouden) Het Staatsdrukkerij- en -uitgeverijbedrijf vervaardigt het Staatsblad. Daartoe verricht het telkens het nodige zetwerk doordat het van de te publiceren tekst loodzetsels (litho's) maakt, met behulp waarvan het vervolgens op zijn drukpersen tot het drukken van de tekst overgaat. Volgens deze werkwijze wordt in het Staatsblad 1983, nr. 682 afgedrukt het Binnenvaartpolitiereglement, behorend bij het Koninklijk Besluit van 26 oktober 1983, gepubliceerd in hetzelfde nummer. De kosten van het samenstellen van de litho's bedragen ongeveer f. 60.000,-. Met behulp van diezelfde litho's brengt genoemd bedrijf voorts afzonderlijk gebundelde edities van dat reglement tot stand voor commerciële doeleinden. Deze worden in februari 1984 uitgegeven en op de markt gebracht onder de titel Binnenvaartpolitiereglement 1983. De door het publiek voor het boekwerk te betalen prijs is f. 19,50. Den Ouden heeft een bedrijf dat zich toelegt op scheepvaart- en watersportartikelen. Met behulp van fotografische reproductietechnieken kopieert Den Ouden de pagina's waarop dat reglement aldus is afgedrukt, waartoe zij gedeeltelijk gebruik maakt van pagina's uit een exemplaar van het desbetreffende Staatsbladnummer, gedeeltelijk van pagina's uit een exemplaar van de in boekvorm verschenen uitgave.
Zij stelt van de aldus verkregen kopieën zelf een uitgave samen. De kosten die voor Den Ouden met het maken van deze fotografische reproducties (inclusief aansluitende kosten tot aan het eigenlijke drukwerk) gemoeid zijn, bedragen rond de f. 8.000,-. Den Ouden brengt haar uitgave in maart 1984 op de markt in de vorm van een ingenaaid boek, onder de titel Binnenvaartpolitiereglement 1984, met verder vermelding van haar naam, haar merkaanduiding Vetus en een omcirkelde letter R. Zij biedt het op de Hiswa voor f. 6,90 en vervolgens, op de algemene markt, voor f. 7,90 aan. De vraag die in deze zaak centraal staat is: is het fotografisch reproduceren en verhandelen van een uitgave van een wettelijke regeling onrechtmatig?
Het Hof heeft geoordeeld dat Den Ouden door zo te handelen niet in strijd is gekomen met de haar jegens de Staat in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid. Uitgangspunt dient te zijn dat de omstandigheden dat Den Ouden profiteert van de inspanning, het inzicht en de kennis waarmee de voormelde litho's en uitgave van het Staatsdrukkerij- en -uitgeverijbedrijf zijn tot stand gebracht, en dat Den Ouden de Staat aldus nadeel toebrengt, niet meebrengen dat Den Ouden als concurrent van de Staat bij het op de markt brengen van het Binnenvaartpolitiereglement in strijd handelt met de haar jegens de Staat in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld. Er dient een terughoudende maatstaf te worden gehanteerd, waardoor wetten in beginsel vrij mogen worden verspreid (vgl. art. 11 Aw). Het beroep wordt verworpen.
3.2 Het Hof heeft in het licht van de voormelde feiten geoordeeld dat Den Ouden door te handelen als voormeld niet in strijd is gekomen met de haar jegens de Staat in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid. Het middel valt - kort samengevat - dit oordeel met een aantal rechts- en motiveringsklachten aan.3.3 Het middel wordt tevergeefs voorgesteld.
Uitgangspunt dient te zijn dat de omstandigheden dat Den Ouden profiteert van de inspanning, het inzicht en de kennis waarmee de voormelde litho's en uitgave van het Staatsdrukkerij- en -uitgeverijbedrijf zijn tot stand gebracht, en dat Den Ouden de Staat aldus nadeel toebrengt, niet meebrengen dat Den Ouden als concurrent van de Staat bij het op de markt brengen van het Binnenvaartpolitiereglement in strijd handelt met de haar jegens de Staat in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid. Het is weliswaar niet uitgesloten dat bijkomende omstandigheden een dergelijk profiteren onrechtmatig maken, doch bij het aannemen daarvan dient terughoudendheid te worden betracht zowel op de algemene grond, aangegeven in HR 27 mei 1986, NJ 1987, 191, rechtsoverweging 4.2, als in het onderhavige geval in verband met art. 11 Auteurswet, dat onder meer bepaalt dat op wetten, besluiten en verordeningen geen auteursrecht bestaat en waaraan de gedachte ten grondslag ligt dat de teksten daarvan gemeengoed behoren te zijn en dat daarom in beginsel vrijheid dient te bestaan ter zake van aktiviteiten ter verspreiding van die teksten onder het publiek.
Ten betoge dat hier niettemin onrechtmatigheid moet worden aanvaard heeft de Staat zich in cassatie in het bijzonder op drie omstandigheden beroepen, te weten:
a. dat tussen de uitgaven van de Staat en van Den Ouden "volkomen gelijkheid" bestaat als gevolg van het door Den Ouden toegepaste fotografische procédé;
b. dat Den Ouden deze gelijkenis nodeloos heeft doen ontstaan;
c. dat Den Ouden door het toepassen van het voormelde fotografische procédé haar uitgave op de markt heeft kunnen brengen tegen een aanzienlijk lagere prijs dan die van de uitgave van de Staat.
Deze omstandigheden kunnen echter, ook als zij worden beschouwd in verband met de andere door de Staat in de gedingstukken aangevoerde omstandigheden waarnaar het middel in algemene bewoordingen verwijst, niet tot de slotsom leiden dat de voormelde handelingen van Den Ouden daardoor jegens de Staat onrechtmatig worden.
Daarbij verdient nog aantekening dat de Staat in onderdeel 4 van het middel heeft aangevoerd dat de tekst van voormeld reglement ook door de wijze waarop daaraan door het Staatsdrukkerij- en -uitgeverijbedrijf vorm is gegeven, "een onderscheidend vermogen kan hebben". Deze klacht mist echter belang, nu zij zich niet mede richt tegen 's Hofs vaststelling dat de Staat niet enig gevaar voor verwarring heeft gesteld en de Staat in de feitelijke instanties trouwens ook niets omtrent de vormgeving van de voormelde tekst heeft aangevoerd.
Afbeelding: Succo van Pixabay.