Gepubliceerd op donderdag 15 september 2011
IEF 10178
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Mini-enquête Volledige Proceskosten in IE

Veel gebruikers van dit platform krijgen ermee te maken: de Volledige Proceskostenveroordeling in IE-zaken (VPIE). Mr. Charlotte Vrendenbarg verzoekt u om uw inbreng, middels deze vragenlijst van 11 meerkeuzevragen

Het promotieonderzoek van mr Charlotte Vrendenbarg concentreert hierop ("De proceskostenregel in IE-zaken - Over de implementatie, toepassing en effectiviteit van artikel 14 Handhavingsrichtlijn in het Nederlands burgerlijk procesrecht.“) en wenst graag uw inbreng te verkrijgen, middels het invullen en opsturen van deze mini-enquête. Toelichting is mogelijk en wordt op prijs gesteld, maar niet nodig is als u er geen tijd voor heeft.

Ingevuld en ingescand retourneren op adres c.j.s.vrendenbarg@law.leidenuniv.nl of per fax: 071 - 5277402. Charlotte werkt aan een proefschrift over de VPIE bij prof. mr H.J. Snijders en prof. mr. D.J.G. Visser.

Toelichting Bij de invoering van artikel 1019h Rv (dat de implementatie vormt van artikel 14 Handhavingsrichtlijn) werd ervoor gevreesd dat het vooruitzicht op een veroordeling van één van de partijen in de volledige proceskosten (VPIE) tot een excessief procesrisico zou leiden. Een dergelijk risico zou de toegangsdrempel tot de rechter verhogen. Is deze vrees terecht? In hoeverre heeft de VPIE invloed op de procesbereidheid van partijen? Zijn partijen onder dreiging van de VPIE inderdaad eerder geneigd af te zien van een procedure / de zaak te schikken? En in hoeverre is daarbij de hoedanigheid, de marktpositie en/of het vermogen van de partijen van belang (rechthebbende of (vermeende) inbreukmaker, grote speler in de markt of kleine speler, rechtspersoon of natuurlijk persoon, vermogend of on-/minvermogend)? In hoeverre speelt de keuze van de wederpartij voor een ‘dure advocaat’ een rol bij de beoordeling van het procesrisico? En in welke mate wordt de beoordeling van het procesrisico beïnvloed door de billijkheidscorrectie in artikel 1019h Rv, de Indicatietarieven en de mogelijkheid van partijen afspraken te maken over de proceskosten?

Kortom: wat zijn de consequenties van de VPIE in de praktijk?

1. Ik ben: o Advocaat o Rechter o Bedrijfsjurist o Merkengemachtigde o Octrooigemachtigde o Anders, namelijk …
2. Heeft de VPIE in het algemeen invloed op het aantal IE procedures?
3. Heeft de VPIE invloed op de ‘procesbereidheid’ van rechthebbenden?
4. Heeft de VPIE invloed op de ‘procesbereidheid’ van beweerdelijke inbreukmakers?
5. Speelt met het oog op de VPIE de hoedanigheid, de (markt)positie en/of het vermogen van partijen een rol bij de beslissing al dan niet over te gaan tot een procedure?
6. Hebben de tarieven van de advocaat-wederpartij invloed op de beoordeling van het procesrisico?
7. Heeft de billijkheidscorrectie van artikel 1019h Rv invloed op de beoordeling van het procesrisico?
8. Hebben de Indicatietarieven invloed op de beoordeling van het procesrisico?
9. Heeft de mogelijkheid onderling afspraken te maken over de (hoogte van de) proceskosten invloed op de beoordeling van het procesrisico?
10. Heeft de VPIE - en de daarmee geboden transparantie van de declaraties en specificaties - invloed op de wijze van declareren?
11. Heeft u nog opmerkingen of voorbeelden uit uw praktijk met betrekking tot de (consequenties van) de VPIE of wilt u in het algemeen nog iets kwijt over de VPIE?