Misbruik van identiteitsverschil
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 augustus 2009, KG ZA 09-846, Nikon Gmbh tegen X & Crown Foto International B.V.
Merkenrecht. Inbreukmakende parallelimport fototoestellen. Inbreuk. Misbruik van identiteitsverschil tussen rechtspersonen. Voldoende spoedeisend belang om nevenvorderingen in kort geding toe te wijzen (systematisch oprollen inbreukmakende handel). 1019h proceskosten: €44.470,98 (complexe zaak). Zie ook: Vzr. Rechtbank Utrecht, 31 oktober 2008, IEF 7225 (Tamron / Crown) .
Inbreuk & aansprakelijkheid: 4.4. Nikon heeft naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter met de rapporten van NMG en Nikon Europe B.V., de door Ringfoto Blom en Broekhaus verstrekte facturen, alsmede de verklaring van Q, voldoende aannemelijk gemaakt dat zowel Crown Photo International BV, als Oderma en OPX (en de CV) Nikonproducten zonder toestemming van de merkhouder binnen de EER in het verkeer hebben gebracht en aldus inbreuk hebben gemaakt op de Nikon-merken.
4.7. OPX heeft nog aangevoerd dat zij niet zelf heeft geleverd, maar slechts facturen heeft verstuurd voor door Essential Systems KG in opdracht van X geleverde goederen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan OPX zich daar niet achter verschuilen. Aangezien OPX aan derden niet kenbaar maakt dat het geleverde feitelijk van een andere vennootschap afkomstig is, dient zij (in elk geval mede) verantwoordelijk te worden gehouden voor de door haar gefactureerde goederen. Aldus kan zij door Nikon worden aangesproken wegens inbreuk op de Nikon- merken.
4.8. Namens Oderma is verder naar voren gebracht dat deze vennootschap zowel handelt in producten die niet zijn bestemd voor de EER als in producten die daar wel voor bestemd zijn. (…) Uit de verklaring van Q - die de voorzieningenrechter geloofwaardig voorkomt - volgt bovendien dat de goederen zonder bekendmaking van de afzender in Nederland zijn bezorgd. Ook het feit dat Oderma haar factuur wel naar het Nederlandse adres van de afnemer stuurt – en niet bijvoorbeeld overhandigt bij feitelijke aflevering in Zwitserland - kan moeilijk met de stelling van Oderma worden verenigd. De voorzieningenrechter acht derhalve voorshands voldoende aannemelijk dat Oderma de niet voor de EER bestemde Nikon-producten in Nederland heeft afgeleverd en aldus inbreuk heeft gemaakt op de Nikon-merken.
4.9. De voorzieningenrechter is van oordeel dat genoegzaam is gebleken dat X in persoon betrokken is bij de handel in Nikon-producten. (…)
(…) 4.11. Daarnaast is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat X misbruik maakt van identiteitsverschil tussen rechtspersonen, in het bijzonder ook de in deze procedure betrokken Crown-vennootschappen, Oderma en OPX. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat X -blijkens de eerder tegen hem en/of de door hem gecontroleerde vennootschappen uitgesproken vonnissen alsmede de in dit vonnis vastgestelde merkinbreuken- stelselmatig betrokken is geweest bij de niet toegestane parallelimport van fotoapparatuur.
(…) 4.14. Nu het maken van misbruik van identiteitsverschillen van verschillende vennootschappen niet alleen een onrechtmatige daad oplevert van degene die zeggenschap heeft over deze personen – in dit geval X – maar ook van de rechtspersonen zelf, brengt het voorgaande met zich dat de vorderingen van Nikon ook op deze grondslag toewijsbaar zijn jegens X, Crown Photo International BV, OPX en Oderma en daarnaast op deze grond - in gelijke mate - toewijsbaar zijn jegens Crown Holding en Crown Facilities.
Nevenvorderingen in kort geding: 4.18. Vooropgesteld moet worden dat nevenvorderingen in kort geding slechts kunnen worden toegewezen, indien en voorzover afzonderlijk het spoedeisend belang ervan aannemelijk is gemaakt. Nikon heeft gesteld dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde opgave van verhandelde Nikon-producten vanaf 1 januari 2007 omdat zij de gevorderde informatie nodig heeft om te bezien of verdere schade door inbreuk op de Nikon-merken kan worden voorkomen door te achterhalen wie de toeleveranciers en afnemers van X c.s. zijn teneinde zo de inbreukmakende handel ‘systematisch op te rollen’. De voorzieningenrechter is van oordeel dat hierin een gerechtvaardigd en spoedeisend belang is gelegen.(…)
Proceskosten: 4.25. (…) De voorzieningenrechter is evenwel van mening dat juist de hoeveelheid feiten en stukken die aan de gestelde vereenzelviging ten grondslag zijn gelegd maakt dat van een complexe zaak moet worden gesproken. Voorts in aanmerking nemend dat verschillende gedaagden in deze procedure zijn betrokken, is de voorzieningenrechter van oordeel dat toepassing van de indicatietarieven in deze procedure niet is aangewezen. De voorzieningenrechter acht een bedrag van € 44.470,98 aan advocaatkosten onder de gegeven omstandigheden redelijk en evenredig.
Lees het vonnis hier.