19 apr 2021
Misleidende en vergelijkende reclame over hoortoestellen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 19 april 2021, IEF 19906, RB 3506, ECLI:NL:RBMNE:2021:1567 (Kwaliteitsaudiciëns tegen gedaagde) Gedaagde is als audicien een verkoper van hoortoestellen. Zij heeft onlangs een reclamecampagne gelanceerd voor op televisie, radio, internet en in kranten waarin zij een aantal gewaagde claims maakt. Zo stelt zij de eigen bijdrage - het bedrag dat niet door een zorgverzekeraar wordt vergoed - van hun hoortoestellen vóór de klant te betalen. Daarnaast beweert zij dat er veel andere audiciens zijn die hoortoestellen aan hun klanten adviseren die niet door zorgverzekeraars worden vergoed. Branchevereniging de Kwaliteitsaudiciens vindt de uitingen te ver gaan en stelt dat gedaagde zich schuldig maakt aan het verspreiden van misleidende en vergelijkende reclame. De voorzieningenrechter gaat hierin mee en verbiedt de reclamecampagne van gedaagde wegens het creëren van misleidende reclame, van een ontoelaatbare vergelijkende reclame en van een misleidende handelspraktijk. Zij ziet echter geen noodzaak voor Kwaliteitsaudiciëns om een rectificatie op te leggen aan gedaagde.
4.7. De in de reclame gedane mededeling dat bij [gedaagde sub 1] alle innovatieve hoortoestellen door de zorgverzekeraar worden vergoed is misleidend. Voldoende aannemelijk is dat die mededeling door het relevante publiek aldus zal worden verstaan dat alle innovatieve varianten die op de hoortoestellenmarkt verkrijgbaar zijn, bij [gedaagde sub 1] c.s. te verkrijgen zijn en door de zorgverzekeraar worden vergoed. Ter zitting heeft [gedaagde sub 1] c.s. weliswaar gesteld dat zij met deze claim alleen bedoelt dat alle bij haar in het assortiment opgenomen innovatieve hoortoestellen worden vergoed, maar dat is niet de voor de hand liggende strekking van de gewraakte mededeling, nog afgezien van het feit dat ook deze claim niet voor de volle 100% juist is.
Dát alle innovatieve hoortoestellen die op de markt verkrijgbaar zijn, bij [gedaagde sub 1] c.s. te verkrijgen zijn en door de zorgverzekeraar worden vergoed, is echter onjuist: weliswaar worden de innovatieve hoortoestellen die [gedaagde sub 1] c.s. in haar assortiment voert (bijna allemaal) vergoed, maar dat assortiment betreft een selectie van de innovatieve hoortoestellen die op de markt verkrijgbaar zijn. Zoals [gedaagde sub 1] c.s. ter zitting zelf ook naar voren heeft gebracht, maakt namelijk elke audicien een keuze ten aanzien van de hoortoestellen die hij in zijn assortiment opneemt, zodat er per winkel(keten) een verschillend aanbod bestaat van (innovatieve) hoortoestellen.
4.8. Voor de door [gedaagde sub 1] c.s. in het persbericht gedane mededeling of suggestie dat andere audiciens dan [gedaagde sub 1] slechthorenden lokken met mooie praatjes en pas later, bijvoorbeeld na een proefperiode met hoortoestellen, vertellen dat er duizenden euro's betaald moeten worden, geldt het volgende. Het gaat daarbij naar stelling van [gedaagde sub 1] c.s. om de praktijk dat slechthorenden worden gepusht om niet-vergoede toestellen aan te schaffen, terwijl er voor hen geschikte, wel vergoede hoortoestellen beschikbaar zijn. Dat pushen bestaat er volgens [gedaagde sub 1] c.s. in dat audiciens bewust informatie aan klanten onthouden en hen laten wennen aan een bepaald, niet in de database voorkomend en dus ook niet door de verzekeraar vergoed, hoortoestel. De omstandigheid dat een dergelijke werkwijze in het algemeen wel voorkomt, maakt nog niet dat ook de Kwaliteitsaudiciëns c.s. (die stelt het ook zelf als ongewenste praktijk te ervaren) zich daar aan schuldig maakt. Er zijn ook geen feiten en omstandigheden aangevoerd die dat aannemelijk maken, met name omdat niets erop duidt dat de Kwaliteitsaudiciëns c.s. bij haar advies aan klanten zou nalaten openheid te geven over de bij haar beschikbare toestellen en de daaraan verbonden kosten en verzekeringsdekking. Ook de juistheid van de suggestie dat andere audiciens dan [gedaagde sub 1] c.s. de indruk wekken dat hoortoestellen die zorgverzekeraars vergoeden ondermaats zijn is, wat de Kwaliteitsaudiciëns c.s. aangaat, niet aannemelijk geworden. Doordat er in de reclamecampagne wordt gesproken over de vele audiciens die dergelijke handelwijzen hanteren, zal het publiek ten onrechte denken dat de Kwaliteitsaudiciëns c.s. ook bij deze (grote) groep audiciens hoort (zie 4.3). En dat is schadelijk voor de Kwaliteitsaudiciëns c.s. Jegens haar zijn daarom de bedoelde mededelingen misleidend en onrechtmatig.