Mogen verlangen
Rechtbank Amsterdam, 23 maart 2011, HA ZA 10-2229, Universal Music Publishing MGB B.V. tegen Van Hemert c.s. (met dank aan Joris van Manen, Hoyng Monegier)
Auteursrecht. Muziekuitgaveovereenkomsten m.b.t. (oudere) muziekwerken van Hans van Hemert (o.a. "Een beetje van dit" en "Als je haar maar goed zit." Anders dan in de soortgelijke zaak tegen Intersong (Gerechtshof Amsterdam, 23 december 2008, IEF 7455 (Intersong / Van Hemert) oordeelt de rechtbank dat de buitengerechtelijke ontbinding door Van Hemert van de overeenkomsten (wegens het gestelde niet nakomen van de inspanningsverplichting) i.c. wèl ongegrond is.
4.14. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat Van Hemert zijn verweer dat de activiteiten van Universal te weinig zijn geweest, onvoldoende nader heeft gestaafd met specifieke argumenten ten aanzien van hetgeen Van Hemert op basis van de gebruiken in de branche (nog) meer van Universal had mogen verlangen ter uitvoering van haar inspanningsverplichting. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat, zoals terecht is aangevoerd door Universal en door Van Hemert niet is betwist, de verplichting van Universa1 die ter beoordeling voorligt, een inspanningsverbintenis en dus geen resultaatsverbintenis betreft. Gelet op de gespecificeerde opsomming van de verrichte en voorgestelde activiteiten van Universal had het op de weg van Van Hemert gelegen zijn niet uitgekomen verwachtingen omtrent de uitvoering van die inspannningsverplichting nader gespecificeerd kenbaar te maken. Van Hemert heeft evenwel - ook desgevraagd ter zitting - geen voldoende nader geformuleerd standpunt hieromtrent ingenomen.
4.15. De slotsom van het bovenstaande is dat de stelling van Universal dat zij aan haar inspanningsverplichting jegens Van Hemert heeft voldaan, als onvoldoende gemotiveerd weersproken vaststaat. Nu het venveer van Van Hemert dat Universa1 is tekortgeschoten in de uitvoering van haar inspanningsverplichting faalt, komt daarmee de grondslag onder de buitengerechtelijke ontbinding waarop hij zich beroept, te ontvallen aangezien niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 6:267 lid 1 juncto 6265 lid 1 BW. Hiemit volgt dat de overeenkomsten niet buitengerechtelijk ontbonden zijn door Van Hemert.
Lees het vonnis hier.